Om kwart voor negen vertrekken we richting de grens. Een prachtige rit over een goed geasfalteerde weg. De laatste 3 km is het flink klimmen (we moeten weer een paar keer afstappen om naast de fiets omhoog te lopen) en dan komen we bij de grens Chong Plaj. De Thai hebben een nieuwe grensovergang gemaakt, maar omdat de Cambodjanen vinden dat het op hun grondgebied ligt, moeten we een zandpad in om de oude grensovergang te nemen. De afhandeling gaat vlot. We hebben voor Thailand in Amsterdam op de Lairessestraat een double-entry visum gehaald. D.w.z. dat we nu voor de tweede keer Thailand in mogen en weer een visum voor 60 dagen krijgen. De douanebeambte probeert nog 50 bath voor het stempel te krijgen (1,20 euro), maar we weigeren door te zeggen dat we geen thais geld hebben en te vragen of we met Mastercard kunnen betalen (geweldige vondst van Jan). Dat is natuurlijk ook weer niet hun bedoeling en bovendien is er natuurlijk geen pin in dit houten optrekseltje. We mogen door.
De weg is rustig en we dalen langzaam. Even een flink snelle daling. We zien een mooi meer en duiken een zandpad in. Ze hebben er koffie! We fietsen vandaag 75 km. In Khu Khan vinden we in de gps een resort en we laten ons er naar toe leiden via een prachtig onverhard dijkje langs meertjes. De buffels badderen in het water aan het eind van de dag. Moeder jaagt ze met een bootje het land weer op, waar vader ze naar …. brengt voor de nacht. En dat allemaal bij zonsondergang.
Het resort is heel sober (gelukkig). Als wij gaan eten, gaat ook de hele familie eten. We kijken met ze naar een net gebrande dvd, met beelden van het hotel (en de familie) die dochter maakte en net in het dorp op Youtube gezet heeft. Tenminste dat begrijpen we, want Engels wordt er nauwelijks gesproken.
Met Papa gaat Bart bij de supermarkt (een autorit van 3 km) licht bruin brood halen. We dachten gisteravond dat zij het voor ons zouden doen, maar wij begrijpen wel vaker iets anders :-). Zelf halen met Pappa is in ieder geval veel leuker.
Na het ontbijt besluiten we te liften omdat de enige weg naar het westen een heel drukke snelweg is. Na een lift van 50 km komen we in Si Saket aan. Een provinciestadje. Op onze fiets verkennen we het stadje. Als we een hotel vinden met ramen van boven tot onder, een balkonnetje en ook nog rustig, besluiten we in dit stadje te blijven. Bart haalt voor de lunch een rijst met groente van een stalletje en heeft veel plezier om met veel mensen om hem heen, zijn bestelling bij dit stalletje duidelijk te krijgen. Er wordt weer veel gelachen. In plastic zakjes gaat de maaltijd mee naar ons hotel waar ze borden en kommen hebben (het is vrij normaal om eten te halen en mee te nemen naar je kamer). Een middagslaapje, een wandeling en ’s avonds op zoek naar een goed restaurant. Jan is snip verkouden en heeft niet veel energie. Toch lopen we een heel eind en vinden uiteindelijk een … (geen idee meer!). We slikken voor de laatste keer de Malariatabletten. Blij dat we daar mee klaar zijn.
We zijn nu precies halverwege onze reis. Wat gaat het snel, maar wat hebben we al veel gedaan. Naar huis toe willen we nog lang niet. We beginnen wel last van de voortdurende herrie om ons heen te krijgen en verlangen naar een plek zonder muziek.
We liften in twee keer naar Roi Et. De eerste lift vraagt 600 Bath. Volgens ons heeft de oude baas met kleinzoon ons hier speciaal naar toe gebracht, dus vinden het prima om wat te betalen. Bart heeft naast hem gezeten in de auto, maar een gesprek bleef hij afhouden omdat hij geen enkel woord engels sprak. Van gebarentaal werd hij alleen maar zenuwachtig, dus bleef het stil. Meestal wordt er dan een muziekje aangezet, maar nu (gelukkig) niet. Jan heeft achterin de bak bij de fietsen gezeten. Hij vindt dat heerlijk, hoewel het i.v.m. zijn verkoudheid misschien niet zo slim is. Op de markt in het centrum van een stadje worden we afgezet. We besluiten dat 280 Bath (7 euro) ruimschoots voldoende is voor de benzine. Hij probeert nog iets meer te krijgen, maar accepteert het dan en rijdt weer weg. We liften gemakkelijk verder naar Roi Et met een lerares Engels op een middelbare school. Ze nodigt ons uit voor de lunch, koffie is ook goed. Zij moet nog wat bankzaken doen, wij nog met onze cashcard geld pinnen. Bij de koffie vertelt ze waarom ze ons uitgenodigd heeft: of wij een werkweek van scholieren willen helpen begeleiden. Ze moeten echt engels oefenen. Een gedreven lerares. Maar de week is pas een week later en wij gaan niet een week wachten. Dus helaas voor haar. Het had ons 1 of 2 dagen wel leuk geleken.
Roi Et is volgens de travelkit een leuk levendig stadje met een meertje en veel vertier. Voor ons echter iets teveel nachtleven vertier. Weer lawaai dus. Het zoeken naar een stil hotel valt dan ook niet mee. Het duurste hotel met zwembad ligt in de straat met veel Karaoke-tenten, dus dat slaan we maar over. Uiteindelijk vinden we in een zijstraatje een mooi complexje met wat geschakelde bungalowtjes. Op het grasveld staat een haan onder een rieten korf te kraaien. Een vechthaan dus (favoriete gokspel van de thais: welke haan wint het gevecht). We vinden het maar zielig. Maar nu staat hij daar rustig in zijn kooitje heen en weer te lopen. Tegen het vallen van de avond wordt hij onder de arm mee genomen naar … w.s. een nachthok (of slaapt hij binnen in het huis?).
We hebben geen zin om in het restaurant van een duitser te gaan eten. Daar zitten allemaal blanken, de meeste met een thaise vrouw aan hun zijde. Allemaal dikke buiken en de vrouwen slank en een stuk jonger dan de mannen. Maar we moeten weer flink zoeken om een goeduitziend restaurant te vinden. Ook bij de fransman (met baquette) zien we alleen maar blanken + thai zitten (verder zien we weinig toeristen in dit stadje) dus zoeken we nog maar even verder. Uiteindelijk vinden we een heerlijke Tom Yam Kung (weer die heerlijke soep met kingsize garnalen) bij een familierestaurantje met plasticstoelen die met witte stof chique gemaakt zijn.
We fietsen/liften naar Khon Kaen via een te drukke weg. We gaan al de bergen/heuvels in.
We vinden snel het smaakvolle, midden in de stad rustig gelegen Piman-hotel. ‘Midrange’. Dus chiquer, zachte matrassen, gevuld koelkastje, westers ontbijt. 25 euro. Na een douche fietsen we even de stad door als eerste verkenning. Levendige leuke stad, valt ons meteen op. Bij het meer in de stad wordt veel gejogd en is een leuk marktje. ’s Avonds eten we op de etensmarkt. Om 22.00 begint in het hotel een bedrijfsfeestje met veel karoake en toespraken. Zitten we eens chique … Jan ligt tot 2.00 uur wakker. Bart slaapt overal doorheen.
We blijven toch nog een dagje/nachtje.
Jan laat zijn voortand repareren. Een vulling is gisteren losgeraakt. We informeren naar een goede tandarts en krijgen verschillende tips. Uiteindelijk komt hij bij een Koreanse tandarts terecht. Hij kan vrijwel meteen geholpen worden en binnen drie kwartier heeft hij (in een betere kleur dan de oude) weer een keurige voortand. Vakkundig lijkt het. 32 euro.
We laten vanmorgen de fiets thuis. Voor 9 Bath kan je met pickup-busjes de stad doorkruisen. Erg leuk. Vlak buiten de stad is de Hogeschool voor de Kunsten. Met een tentoonstellingsruimte. Die bezoeken we. Helaas is de tentoonstelling gisteren afgelopen, maar er hangen nog genoeg mooie moderne schilderijen. ’s Middags slenteren we wat door de stad, doen een slaapje, eten niet al te lekker, niet het vermelden waard (waarvan akte).
We fietsen de bergen/heuvels in. Langs de flank dus het zware klimmen valt reuze mee. Rond 16.30 uur vinden we een prachtig klein bungalow-terreintje aan een meertje bij een alleraardigste eigenares. Ze brengt ons thaise peertjes. Verder zijn er geen gasten. De auto’s op de weg horen we wel, maar het wordt ’s avonds gelukkig stiller. In de buurt is één klein restaurantje/stalletje. Moeders maakt met wat ze heeft (wel vers, ze heeft koelkasten) een lekkere rijst met prut. Als puberzoon thuiskomt, ontstaat er een flinke ruzie tussen moeder en zoon. Van een afstand maken we het mee. Moeder is behoorlijk overstuur. Het afrekenen laat ze ook maar aan dochter over. We geven haar een aai over haar rug, maar voelen ons wat onbeholpen. We nemen nog een biertje mee voor bij ons bungalowtje aan het meer en kijken naar de sterren.
Bij het ontbijt wat we zelf mee hebben genomen, krijgen we (hoe aardig!) een kop koffie van de eigenaresse. We bedanken haar hartelijk … en spoelen het als ze weg is, door de wc. We ontbijten toch liever met ons met dompelaar zelfgezette thee.
We fietsen vandaag 65 km. En we gaan flink bergopwaarts. Dus flink aan de bak (voor ons doen). 50 km lang een vrij rustige weg, grotendeels dwars door een nationaal park met telkens borden dat we voor overstekende olifanten moeten oppassen. Dat hebben we gedaan, maar geen olifant gezien. Bij de ingang van het Nationale Park besluiten we toch niet in het park te overnachten (geen restaurant in de buurt). Als we genoeg van het klimmen hebben (en het al 15.00 uur is, nog niet geluncht en zelfs water is nergens te krijgen onderweg) besluiten we te liften door het tweede nationale park. Jan weer achterin het bakkie met de fietsen, Bart heeft small-talk met de chauffeur (een vertegenwoordiger in aluminium plafondroosters of zoiets). Leuk telkens zo’n klein inkijkje in de levens van onze liftgevers. Bij een resort in de bergen bij een riviertje met veel restaurantjes laten we ons er uit zetten. Het kan ons nog niet echt bekoren. Keurige hotelcomplexen met mooie tuinen, maar kleine overprijsde kamers. Niet onze sfeer wederom. Dus fietsen we maar weer verder. De gps geeft een hotel/resort aan, niet aan de drukke weg. Wel omfietsen. We gokken het, maar krijgen spijt als het een muf hok blijkt te zijn die veel en veel te duur is voor wat het levert. We fietsen terug, maar nu wordt het toch al bijna donker. Volgens de gps moet er nog iets zijn over 6,5 km. Onderweg vinden we niets, maar gelukkig is dit hotel/resort ok. Een goed restaurant aan de weg en heuvelafwaarts in een mooie, ietwat verwaarloosde tuin staan wat bungalowtjes. OK, harde matras, ook een beetje muf, maar met ons eigen laken en de prima maaltijd hebben we toch weer ons plekje voor de nacht.
De weg is ook vanmorgen erg druk dus we fietsen geen meter, maar steken meteen onze duim op (nou ja dat doen ze hier anders: je lift door je arm van boven naar beneden te bewegen - een soort stopteken). Heel snel worden we weer meegenomen door drie jonge mannen. Jan en ik zitten weer gezellig samen in de achterbak. Bart uit de wind, Jan met de wind in zijn gezicht. Ze rijden wel hard. Gelukkig is het niet ver naar Pittsanulok een stad waar we twee jaar geleden al waren. We slaan deze stad over en liften meteen door naar Sukhothay. Eerst met een politieagent die een paar woorden engels spreekt (vooral “I am a ofzer of polis” (6x)) maar alleraardigst en daarna met een echtpaar waarvan de man 17 jaar geleden in Saoedi-Arabië gewerkt heeft als water-engineer en met veel moeite nog wat engels spreekt. Hij is met zijn vrouw, bejaarde vader en schoonmoeder op weg naar een bepaalde tempel om te bidden.
In Sukhothay fietsen we wat rond, vinden met behulp van de TAT (toeristenbureau) een bakker met espressokoffie (waar zo’n toeristenbureau al niet goed voor is!), en al rondfietsend vinden we een mooi hotel met bungalowtjes en zwembad (voor 15 euro). We eten een soepje in de stad, bestellen een yogurtfruitshake in ons hotel, slaapje, fietsen dan weer een rondje langs een nachtmarkt die in opbouw is, smullen van grapefruit aan de rand van het kanaal, proberen op de markt een nieuw baksel uit, gaan terug naar het hotel, halen de was op die we hebben laten doen, doen lange broek en overhemd met lange mouwen aan en gaan langs de rivier eten. Daarna nog een wandelingetje langs het bananenpannenkoek-stalletje en drinken koffie bij een andere stalletje bij de ingang van het tempelcomplex. Mooi leven zo.
Het is vanavond oudejaarsavond voor de chinezen. Het jaar van het konijn gaat beginnen. Maar we merken er in deze stad niets van.
Bij een boekwinkeltje waar we even op een kaart kijken besluiten we niet verder naar het noorden te reizen (Chang Mai en Chang Rai over te slaan) en langzaam (en als het niet mooi is, snel) naar het zuiden af te zakken. Misschien de laatste weken nog wat strand? Beide hebben we het zelfde idee.
Vandaag van Sukhothay naar Kamphaeng Phet. Moet ook een mooi stadje zijn met werelderfgoed tempels enzo. En onderweg komen we langs een warm water bron, waar je kunt baden en massages hebt. Het blijkt van de hoofdweg af te liggen maar hoever? Telkens zien we borden met Hot Spring rechtdoor, maar niet hoever het nog is. Onderweg eten we een soepje en als we dan eindelijk na 13 km (!) (over kleine weggetjes, dat wel), bij het terrein zijn, blijkt het erg leuk te zijn. Wat netjes en keurig ingericht parkje met bootjes in het meer, maar je kunt in het warme water baden. Er is een algemeen bad maar het water is daar niet zo warm maar er zijn ook privéhuisjes die je kunt huren voor 45 minuten. Het water is zo’n 40 (?) graden. Dat doen we. Kunnen we ook lekker naakt baden. We dampen behoorlijk! Lekker. Na wat chillen bij het meertje, fietsen we weer verder en 20 km verder vinden we met moeite in dit stadje een leuk hotel. Het stadje bevalt ons minder. Grote straten met veel verkeer, maar dan vinden we een leuk marktje en ook nog een hotelcomplex (P-resort) in het centrum. De baas zelf (de enige die engels spreekt, hij heeft 4 maanden in Rotterdam ‘housing’ gestudeerd) is zeer behulpzaam en klantgericht. Weer geschakelde kamers/bungalowtjes waar ieder z’n auto voor de deur kan zetten. Wij dus de fiets (maar ’s avonds zetten we onze auto toch maar binnen in de kamer). We vinden in de buurt na wat zoeken een bbq-buffet restaurant en worden weer allervriendelijkst geholpen met het grillen en welke ingrediënten je nu wel en niet moet grillen of in de soep moet mee laten koken. Buikje rond.
We gaan dus naar het zuiden. Op de kaart een mooie weg langs de rivier, we hebben zin om te fietsen. In praktijk blijkt het een te drukke weg. Dus liften we weer. Dan worden we bij de snelweg uitgezet. Veranderend plan. We gaan sneller naar het zuiden liften. De volgende lift zet ons 20 km verder op uit. We fietsen een stukje op zoek naar koffie en vinden die (zelfs espresso!). We blijken dan bij een afslag naar het westen (richting Birma en heuvels/bergen te zitten) en veranderen ons plan wederom. Als de vrouw van de koffietent ziet dat we de verkeerde weg in slaan (tenminste dat denkt ze maar de gps geeft een klein weggetje aan!) stuift ze ons op haar brommertje achterna en we moeten haar volgen. We doen het maar. Ze brengt ons op de grotere weg (waar we uiteindelijk toch terecht zouden komen). Hoe aardig!
Zo fietsen we vandaag toch ruim 50 km. Volgens de gps moet er een hotel en resort in Khlong Klungh zijn. Maar naast het resort is een groot feest in opbouw (‘test, test’ uit gigantische speakers). We zien langs de weg een geschilderd bord met 3 puntige bungalowtjes en een zwembad en in de heuvels zien we het ook liggen. Een meisje leidt ons op haar brommer ernaar toe. Misschien ver genoeg weg van de muziek? (Later zal blijken van niet, maar het is er tot 20.00 uur heerlijk rustig). We zwemmen even, kort slaapje en ’s avonds gaat Bart achter op de brommer een heerlijke maaltijd halen. Van het hotel krijgen we weer bordjes en bestek (en servetjes, tandenstokers, de lieverds). ’s Avonds op ons terras leest Jan de digitale NRC die hij gisteren heeft gedownload en Bart schrijft dit verslag.
De muziek duurde vannacht niet al te lang, dus redelijk uitgeslapen vertrekken we weer. Veel vrachtwagens met suikerriet op weg naar de fabriek. Daar staan dan honderd(en) vrachtwagens te wachten (lossen ze het suikerriet in 1 dag of staan de chauffeurs daar een paar dagen te wachten?).Het is blijkbaar oogsttijd van suikerriet. Overal worden velden gebrand/gerookt zodat de bladeren er af zijn en alleen de stengels overblijven. Gevolg voor ons: overal verstikkende luchten.
In Ban Rai dat hoger ligt, dus hopelijk schonere lucht, zoeken we een hotel. Er is een mooi resort maar ons te dicht bij de weg en benzinepomp. Ja als je dan chique gaat zitten … We fietsen verder en op advies van onze gps slaan we een klein weggetje in naar een guesthouse. Bart vindt het wat te basaal. Er staan 6 geschakelde kamers op een stoffig veldje achter een huis van een familie. Jan is wel gecharmeerd door de soberheid. Dat vindt hij beter dan dat verveeld-hangende personeel dat niets te doen heeft, bij het resort achter het benzinestation. Bart gaat ook akkoord om hier te blijven.
We eten lekker in een mooie tuin, vinden ergens nog een pannenkoekstalletje voor ons toetje en fietsen terug naar onze stille plekje. We zitten nog wat buiten, gaan naar bed en net als we willen slapen komen de eerste gasten het erf oprijden. We blijken in een hotel te zitten wat gebruikt wordt om nummertjes te maken! De hele nacht door is het een komen en gaan.
Als dan ook nog de stroom uitvalt (later blijkt alleen in onze kamer, schakelaar verkeerd omgezet door de eigenaar!) waardoor de fan het ook niet meer doet en het dus bloed heet wordt, hebben we echt een rotnacht.
Het is warm en geirriteerd door de slechte nacht. We fietsen 8 km naar een kruispunt waar we verder liften. Eenmaal weggereden met de eerste lift, knapt ons humeur ook weer op.
Het liften gaat weer gemakkelijk. Bij de derde lift krijgen we hulp van een garagehouder. Hij gaat midden op de weg staan en wijst een auto aan die ons mee moet nemen. Dat doet die ook! Hij rijdt naar Kanchanaburi, de stad met de Bridge over the River Kwai. Een stad met twee gezichten. Een gewone provinciestad en een toeristendeel voor backpackers en een deel met resorts voor de (Amerikaanse, Australische en Nederlandse) River Kwai bezoekers. Maar de gids waarschuwt voor boten met luide muziek zoals dat in Amsterdam ook een plaag is :-( en we zoeken dus iets buiten de toeristenwijk. We vinden niet wat we willen, dus besluiten om de bergen in te gaan. De rook van de suikerriet zijn we zat dus verlangen we opnieuw naar de frisse lucht. Maar het is al laat. Half vijf. Ons plan bij een drankje: We liften/fietsen naar een rustig hotel buiten de stad, richting bergen en gaan dan morgen verder. Maar de eerste auto die stopt gaat naar de bergen. Een bakker. Al rijdend mobiel bellend (doet iedereen hier) informeert hij voor ons (via een telefoontje naar zijn vrouw) naar een hotel in de bergen. Vol helaas. Als we langs een mooi meer rijden met veel hotels, wil hij ons perse meenemen naar iets anders. We laten het maar gebeuren. Met gevolgen!
We gaan naar zijn huis in een dorpje. Zijn vrouw is al op de hoogte. Ze willen dat we blijven eten. Maar het wordt al donker en we willen eigenlijk een hotel hebben. We slaan het dus af wat w.s. heel onbeleefd is. Als we in het dorp een bord zien met Resort informeren we of het ver fietsen is. Nee hoor, vlak bij. Minder dan een km. Onze bakker is inmiddels op zijn brommer ons achterna gereden. Die ene km. blijkt toch meer te zijn. En klimmen via een zandweg. Boven staat een touringcar bus en de weg daalt heeeel scherp naar beneden. Jan stelt voor dat een van ons met het brommertje even gaat kijken. Bart gaat achterop bij onze bakker. Het blijkt prachtig aan het meer te liggen. Er is een restaurant maar daar zit een grote groep Thai gezellig te eten en te karaoken (met microfoons). Weg stilte. Weg idyllisch plekje aan het meer. We bedanken onze bakker voor zijn hulp en fietsen in het pikkedonker terug richting de hoofdweg. En zijn verlost van onze (hoe vriendelijk ook) bakker. Geen sociale verplichtingen. We fietsen een doodlopende weg in, vinden vrij snel de hoofdweg met verschillende resorts.
Het is maandag (en in het weekend hier hartstikke druk) dus veel is dicht. Maar dan vinden we GreatRiverResort. Vanaf de ingang/restaurant dalen we een trap af en beneden in het meer drijven kamers op vlotten. Simpel maar heel verzorgd. Koelkast en tv buiten op het terrasje. Zelfs Wifi hier beneden aan het meer. En je kunt vanuit je kamer zo het meer in duiken. We bestellen eten voor over drie kwartier, proberen duidelijk te maken dat het biertje voor bij het eten boven moet blijven omdat de koelkast bij onze kamer nog uit is en dus nog niet koel (he, he het lukt om het duidelijk te krijgen), douchen en dineren aan het meer voor onze kamer. Er is verder niemand en het is doodstil. Onze zoektocht is beloond.
Op internet lezen we dat er schermutselingen zijn tusen het Thaise en Cambodjaanse leger. Er is al langer spannning over en heel klein gebiedje waar een belangrijke tempel staat. Officieel hoort het bij Cambodja, maar de Thais bestrijden dit (soms dus letterlijk). Wij zijn vlakbij dit gebied een paar weken geleden de grens over gegaan. Toen was er niet veel van te merken. Maar nu is de grens nemen we aan hier dicht.
Nu het licht is zien we waar we zitten. Het meer is superschoon. Het is (omdat er geen andere gasten zijn) alsof we een privé zwembad hebben. We halen boven in het restaurant heet water en ontbijten met het door ons zelf meegenomen brood, jam, chocopasta (!) en voor Bart een banaantje (heerlijk op brood). We mailen Vita (dochter van neef Jeroen) die we in Bangkok gaan ontmoeten, mailen Kees die voor Barts toko de wachtlijst van een weekend regelt, dobberen op een plank in het meer, lezen wat, schrijven aan dit verslag, gaan in het dorpje (nou ja, paar winkeltjes langs de weg) een soepje eten en doen boodschappen (water, koekjes, watermeloen, biertjes)
Als aan het eind van de middag de kamer wordt schoongemaakt, vragen ze wat we vanavond willen eten. Maar we gaan de poort weer uit en eten een bbq maaltijd in het ‘dorp’. Bij thuiskomst helaas wel weer Karaoke dat schalt vanaf de andere kant van de baai. Om 0.00 liggen we in bed en proosten we met twee flesjes water op Bart zijn 53e verjaardag.
(Barts verjaardag)
We lenen de toaster van het hotel, dus een chique verjaardags-ontbijt! Heerlijk rustige, saaie dag. Bart doet een wasje (voor het eerst deze reis doen we het zelf), Jan doet een update voor het tablet en we duiken regelmatig het meer in. Bart belt ma met voip naar Nederland om zich te laten feliciteren. We pakken de fiets om even een soepje in een stalletje in het dorpje te eten en ’s avonds eten we in het winkeltje/restaurantje van de schoolmeester van het dorp. Jan kijkt in de koelkast en stelt met handen en voeten-praat, met de kok een heerlijk maal samen (voor het eerst ook rode kool). We zien op het Thaise menu een plaatje van een taart staan. Als we vertellen dat Bart jarig is, krijgen we bij de koffie het laatste stukje taart.
Net zo’n dag als gisteren. Wat een goddelijke plek hier. Aan het eind van de dag komen Thaise gasten (meteen de tv aan die buiten op de veranda staat), maar gelukkig blijft het redelijk stil. Aankondiging dat het weekend gaat beginnen. Morgen dus maar weer verder trekken. Hebben we ook weer zin in. Maar wel heerlijk om zo vier dagen bij te komen. De longen doen het weer wat beter.
We verlaten dit Great Lake Resort (.com) en fietsen en liften terug naar Kanchanaburi. We kopen een kaart van midden thailandvervolg in het grote warenhuis. We vinden een goedkope kamer met groot terras aan de rivier (River Kwai). Jan zwemt in de harde stroom. Schoon water uit de bergen waar we net vandaan komen.
Als we langs het busstation fietsen, informeren we naar een bus. De bussen naar Bangkok stoppen niet onderweg en de overige bussen zien er krakkemikkig uit (zullen wel overal-stop-bussen zijn). Dus fietsen we een paar kilometer en liften we naar Ratchaburi. Jan wil hier wel blijven, maar Bart vindt het maar saai en heeft nog wel zin om verder te reizen. We belanden dan in Phetchaburi. De hotels en guesthouses zijn ons te basaal. We willen meer midrange. Maar wat er is bevalt ons niet. In de buitenwijk (waarschijnlijk heel stil) leren we een nieuw thais woord: taime hotel. Tenminste zo spreken ze het uit en wij maken er het franse aimer van. Houden van. Het zijn hotels voor korte nummertjes.
Als we dan langs een treinstation fietsen, volgen we onze impuls om de eerst beste trein naar het zuiden te nemen. Dat is de trein naar Pratchup Kyri Khan. Om 21.30 uur komen we in het donker aan en zoeken we een hotel. Alles vol! Uiteindelijk (na taime hotels, waar we door de eigenaren nu keurig geadviseerd worden om niet te verblijven), vinden we aan de andere kant van het spoor (dus niet aan de kust) een keurig hotel. Prima prijs, prima kwaliteit. We zijn blij dat we zoiets ‘keurigs’ gevonden hebben.
We doen net of we nog heel lang door kunnen blijven reizen (hoewel het nog maar 2,5 weken is) en gaan nog zuidelijker. Misschien ons 25 jaar samen zijn op een romantisch eiland? Eigenlijk weten we wel dat dat niets voor ons is … of toch?
We vinden een complexje aan het strand met lekker ruwe zee. Bart doet nog voorzichtig omdat zijn ontstoken schouder nog steeds niet over is, Jan maakt zijn favoriete koppeltjeduikjes in de golven.
We liften gemakkelijk naar Chumpon, scannen op de fiets de stad en vinden een mooi hotel met uitzicht op het kanaal. Weer zo’n dag waar je alleen maar bezig bent met reizen, rondkijken, praatjes hier en daar, maaltijd zoeken, verbazen en herkennen, lekker fietsen … Ons dagelijks leven hier.
Om 13.00 uur vertrekt 25 km verderop een boot naar een chique bounty-eiland: Ko Tao. Lijkt ons eigenlijk niets. Maar we fietsen die kant toch op. Onderweg kijken we uit naar mooie resorts aan het strand om een paar dagen te verblijven en ons 25 jaar samen zijn te vieren. Maar als we niets naar onze wens vinden en het nog 1 uur is voordat de boot vertrekt, gaan we toch even bij de pier kijken. We liften de laatste 10 km zodat we niet hoeven haasten. De fiets kan mee met de catamaranveerdienst maar je moet er dezelfde prijs als een persoon voor betalen. Als dan de boot arriveert komen er zoveel toeristen van de boot, dat we meteen al weten: hier gaan we niet naar toe. We fietsen dus maar snel verder. Maar eerst een soepje onderweg. Zoals we het graag hebben.
In Bang Saphan Noi worden we door een liftgever bij een resort aan het strand afgezet, maar we vinden het teveel een autoplek (af en aanrijdende auto’s voor de huisjes, dus grind ipv zand of gras. Niet wat wij willen.) We fietsen een klein stukje verder en vinden een simpel ietwat stoffig familieterreintje. De eigenaresse (of zus van), lerares, spreekt wat engels, wacht tot we opgefrist zijn en brengt ons via het strand naar het restaurant van de buren. Daar vertaald ze voor ons de gerechten. Hoe aardig en behulpzaam wederom! We bestellen een vis, geen idee wat voor vis, opgesneden en gegrild. Lekker.
We binden de schaatsen onder en worden uitgezwaaid door Fokke, Carl en Wientje. Op onze borst hebben we een stuk karton waar we stempels op kunnen laten zetten. Stempels van ijsverenigingen die tochten organiseren. Die stempels hebben we nodig omdat we met Fokke bij de Beerenburg een weddenschap hebben afgesloten. Als we Schiphol op de schaats halen vanuit de Veenhoop (Friesland, waar Jan en ik aan het schaatsen zijn), dan krijgen we een retourtje naar de zon van hem. We mogen een beperkt aantal kilometers over de weg afleggen. We gaan de uitdaging aan. Schaatsen rond de 100 km en vinden een hotelletje in Vollenhoven. We eten beneden in de kroeg, houden (eerst stiekem, als we merken dat het OK is, openlijker) elkaars hand vast en na wijn en eten, duiken we de hotelkamer in. Een liefde is nu echt geboren. 16 februari 1986.
We springen op de fiets en laten onderweg een foto maken waar we hand in hand langs de zee fietsen. Onderweg proberen we een droombungalow aan het strand, zonder muziek, klein, leuke familie, WiFi, lekkere stoelen te vinden. We jagen weer eens teveel een romantisch idee na. Lukt dus niet en we worden geïrriteerd. We krijgen bovendien de eerste echte fietspech (Barts zadel dat los raakte en weer vast gemaakt kon worden, niet meegerekend): een spaak van Jan zijn achterwiel knapt. Hij kan nog wel doorfietsen gelukkig. Als Bart even later niet op let en tegen Jan op botst (gelukkig niet hard) is de feestdag helemaal naar het nulpunt. We moeten ook niet …
Bij Ban Krut vinden we uiteindelijk een mooi simpel hutje op het strand. Na het zwemmen maken we ons mooi om feestelijk uit eten te gaan. Van onze buren (een stel uit Bangkok, die we misschien later in Bangkok nog zullen ontmoeten) adviseert ons een restaurant aan het strand. Niet ver fietsen. Maar zij doen alles op de brommer en als het dan al meer dan 5 km verderop is, vindt Jan het wel genoeg en rijden we terug. Maar inmiddels is al veel dicht of ziet er niet feestelijk genoeg uit. Dan maar weer terug naar ons hutje. Naast ons strandhutje is een resort maar de kok is net weg! Weer doen we het niet goed. Weer zoeken we naar iets ideaals. Maar ja, vaak vinden we het ook. Nu niet. Dus een leuke feestelijke avond wordt het niet. Morgen nog maar eens over doen. We eten uiteindelijk ‘gewoontjes’ lekker bij de enige keuken die nog open is (de jeugdherberrg die verderop blijkt te zitten).
We blijven nog een dagje. ’s Avonds lopen we (nu bijtijds) over het strand naar het resort naast ons en eten voor het eerst deze reis met een fles wijn. Lekker spul. Een feestelijk maal. We proosten op onze 25 jaar samen.
Vandaag is het nationale feestdag (Makha Bucha - boeddistisch). Ons strandhutje is gereserveerd dus we moeten verkassen. We kijken of we iets anders in dit dorp kunnen vinden. We zien het hotel waar we 2 jaar geleden waren, maar besluiten toch maar weer verder te trekken. We fietsen 77 km en liften 75 km (anders moeten we langs de snelweg fietsen). Een tocht die we ruim twee jaar geleden ook maakten (kijk dat is het stationnetje waar we die foto met die monnik op het station hebben gemaakt enz. enz.). Prachtige tocht om nogmaals te doen.
In ?? zijn de meeste hotels vol vandaag. We vinden wel wat maar zoeken verder. In een zanderig steegje heeft een jong stel een oud hotelletje. Bart is meteen gecharmeerd door de sfeer. Of we morgen zelf uit de koelkast het ontbijt willen pakken. De kamer is weer heel basaal, 500 bath, prima.
Mooie fietstocht weer vandaag. We vinden (weer aan het strand) op twee hoog (bovenste etage) een kamer. In de tuin is een zwembad met jacuzzi, maar je loopt ook zo de zee in. De heren doen maar chique dus. We hangen ons muskietennet op en kunnen met de ramen open slapen. De volle maan schijnt in onze slaapkamer. De hele nacht horen we de zee ruisen.
Vanuit ons balkon ziet Bart de zon opkomen terwijl Jan nog lekker ligt te slapen.
We trekken toch weer verder en komen na een korte fietstocht (30 km vandaag) in mondain Hua Hin. We nemen een hotel op de 7e verdieping midden in de stad met zwembad boven op het dak. Jan geniet erg van het stadse leven en koopt een mooie leren schoudertas (een van zijn zwakheden: tasjes!). Bart is de stad te druk en als er dan ook nog een groep golfers in het zwembad komt, vlucht hij naar de hotelkamer en heeft het daar goed. ’s Avonds eten we bij de etensmarkt eindelijk weer eens een van onze favoriete maaltijden (vlees met verse jonge gembersaus).
Na het ontbijtbuffet, gaat Jan naar de fietsenmaker en laat zijn gebroken spaak repareren. Het blijkt een vakman en Jan geniet daar erg van. Bart schrijft intussen op het dakterras bij het zwembad aan dit verslag. Nog even een duik, nog even de jacuzzi in en dan checken we om 12.00 uur uit. Jan gaat met een brommertaxi zijn fiets ophalen en dan fietsen we de stad uit. We twijfelen nog bij een hotelletje bij het strand (naast het zomerpaleis van de koning, de koninigin schijnt er nu te zijn want er liggen oorlogsschepen voor de kust op wacht), maar gaan toch door naar Cha-Aam. Het is 30 km verderop. Het is maandag dus de weekenddrukte moet voorbij zijn. In Cha-Am vinden we geen hotel naar onze zin. We fietsen de boulevard zo vaak op en neer dat we bijna niet meer durven terug te gaan. Uiteindelijk vinden we in een parallelstraat een geweldig bijna verlaten complex met bungalows. Simpel en sober en stil. Alleen de rondlopende kippen en hanen maken veel lawaai. We eten niet al te bijzonder in een restaurant vol blanken, wat iedereen ons aangeraden heeft en slapen met de ramen open onder onze klamboe.
Een mooie tocht langs een kanaal naar het noorden. Alleen de laatste kilometers moeten we via de grote weg. De wind is voor het eerst even Noord (dus tegen), maar draait ook snel weer terug naar het zuidwesten. Op 4 km afstand van waar we willen zijn, bellen we weer 4 x. Dat betekent dat we er bijna zijn (4 km is de afstand boerderij/Weesp en Oldeboorn/Akkrum). De kust is erg desolaat doordat er veel resorts leeg staan. Waarschijnlijk was het 10 jaar geleden hier hot, maar nu zijn de meeste resorts naar het zuiden (Hua Hin en Cha-Am) verhuisd. Maar bij Chao Samran Beach met een dorpje in de buurt vinden we een geweldig mooi verzorgd complexje. Niet te groot, kamer met zeezicht, zwembad met ligstoelen (en matrassen), WiFi. Precies wat we zoeken voordat we naar Bangkok gaan. Het heet Chez Nous Boutique Resort, maar we ontdekken nog niets frans.
Bart haalt zelfs een fles witte wijn bij de supermarkt. Bij de buren besteld hij met veel moeite gebakken garnalen. Een heerlijk aperitief. Jammer dat de Australische Chardonnaye hier toch anders smaakt dan in Nederland (of heeft de wijn al te lang op de bovenste plank in de supermarkt gestaan?).
Heerlijk om snel internet hier te hebben. Bart doet vanaf hier een mailing aan zijn cursisten, dus weer even aan het werk. Tussendoor duikt hij de zee en/of zwembad in. Jan helpt met de mailing en mailt ook met enkele klanten. ’s Avonds eten we eindelijk weer eens verse zelfuitgezochte krab.
We kunnen niet langer in ons droomhuisje blijven, wel een kamer achter op het terrein, maar we gaan maar weer verder. Een van de mooiste fietstochten maken we. Eerst langs de zoutvelden (zie de foto’s) en daarna door de watergebieden waar ook de beroemde floatingmarkets zijn. Een geweldig gebied om te fietsen. Je slingert door een rivierengebied, met naast je stroompjes met palmbomen op dijkjes. Als we verhit even willen pauzeren op een bruggetje van drie bamboepalen en we voorzichtig boven de rivier onze koude Chinese thee op drinken, zien we Jan zijn fiets langzaam in beweging komen. De wind heeft de boom waar de fiets tegen aanstaat, in beweging gezet en daar gaat Jan zijn fiets de plomp in! Gelukkig blijft hij haken en ligt alleen zijn voorwiel, stuur (met stuurtas) onder water. Snel redden we de fiets. Onze petten die op het stuur zaten halen we uit de modder. Gelukkig is de stuurtas dicht gebleven dus geld, paspoort etc. is maar een klein beetje nat.
In Amphawa spuit Jan zijn fiets schoon en nemen we niet het deftige bungalowtje op de rivier, maar vinden een goedkoop en zeer verzorgd hotel in een steeg.
Onze laatste fietsdag want we gaan naar Bangkok vandaag. Weer prachtig door het riviertjesgebied totdat de gps ons bij de snelweg brengt. Die moeten we 16 km volgen. Bart ziet dat vandaag niet hangen. Dus liften we, maar als we dan een lokale pickupbus aan zien komen, mogen we mee. De fietsen midden in. Langzaam stroomt de bus vol met schoolkinderen. Een mooie tocht. In Samut Sakhon pakken we een prachtige boemeltrein naar Bangkok. Het voordeel is dat we nu meteen vrij centraal in Bangkok aankomen. We zetten een hotel in een wijk waar we willen zijn in de gps en voila … fietsen maar (dan weer een steeg door, dan weer tussen de honderden brommers en auto’s). In de buurt van de toeristenstreek (Khao San/Banglamphu), maar er net iets buiten, fietsen we op de bonnefooi een steeg in en vinden hotel U-place. Op de vijfde etage, twee kamers met balkon, uitkijkend over de stad en als je naar beneden kijkt op het grote zwembad. Een prima plek voor onze laatste 5 dagen.
26-2; 27-2;28-2;1-3
We verkennen de stad te voet en per bus, per boot en 1 dag per fiets. Jan koopt een 2e hands Blackberry, die hij moet hebben omdat veel klanten van hem er een hebben. Handig om een beetje met je klanten mee te gaan. Ook wil hij natuurlijk het beste apparaat wat beschikbaar is :-) .
Bart gaat de fietsdozen halen in het hotel waar we ze achter gelaten hebben. Hij regelt een privé-pickup-auto om de dozen te vervoeren. Een privé-pickup-taxi voor woensdag naar het vliegveld lukt nog niet. Maar leuk om in de straat rond te vragen en duidelijk te maken wat we willen. Uiteindelijk boeken we een taxi bij een reisbureau voor woensdagavond (we vertrekken donderdag om 2.30 uur (thaise tijd) en komen donderdag om 9.00 (nl-tijd) aan op Schiphol.
Nog één dagje ...