Om 10.15 uur worden we door broer Fokke opgehaald. De fietsen binden Jan en Fokke op het dak. Jan laat zijn nieuwe huis nog even zien en dan kunnen we op reis! Heerlijk zo’n broer die komt helpen.
Op Schiphol staat keurig in de computer dat we 2 fietsen mee hebben. We betalen voor de fietsen 200 euro p.p. (retour) extra. We hebben een rechtstreekse vlucht. Laat de reis maar beginnen.
We landen zoals gepland om 7.00 ’s morgens (thaise tijd, 01.00 NL tijd). Fietsen heel goed overgekomen (zelfs geen verbogen spatbord). Wij zijn wat brak natuurlijk.
Thailand is meteen zoals we het kennen. Vriendelijk, hulpvaardig. Als iets mogelijk is, kan het ook. De fietsen laten we nog even in de dozen en slepen ze naar de Sky-train, de nieuwe treinverbinding naar het centrum van Bangkok. De trolley waar de fietsen op staan mag niet helemaal tot het einde mee, dus sleept Jan de dozen over de gladde vloer. Bart sjouwt de tassen. Wat een gesleep! Maar ook: hoe leuk om zo zelf te reizen i.p.v. een taxibusje die je brengt. Trots slepen we de fietsen uit de sky-train. Helaas de lift is te klein voor de fietsdozen. Dan maar de trap (gelukkig naar beneden!). Daar zien we grote tuk-tuks rijden; we schatten in dat de fietsdozen daar wel in passen. We houden er één aan. Hij vraagt 150 Bath (3,75 euro). Wij bieden hem 100 Bath. Hij rijdt zonder ons weg. Dan maar de volgende. Hij vraagt 200 Bath. Wij gaan akkoord … We moeten het nog leren.
Hostel Refill Now (via internet geboekt) is modern, mooi vormgegeven en conceptueel. Maar we schrikken van het concept. Het is inderdaad meer een hostel dan een hotel. Onze tweepersoonskamer heeft een schuifwand, andere kamers alleen maar een transparant gordijn. Maar een erg mooi vormgegeven allemaal. Glazen gebouw, witte rolgordijnen, vitrages, mooie verlichting. Maar een erg kleine kamer. De twee bedden op wieltjes passen maar net en we hebben een afsluitbare kast op de gang.
Na een kort slaapje pakken we de fiets uit de dozen. We hebben voort het eerst een gps mee. Daar hadden we in Amsterdam al wat mee geëxperimenteerd en vonden het maar niks. Maar in Bangkok direct al heel handig. Om te beginnen kom je aan waar je wilt zijn (terug naar het hotel bv.), maar neemt hij ook de rustigere kleinere wegen. Direct al dus, zonder te zoeken, gefietst op een prachtig wandel/fiets steigerpad langs een kanaal (voor wie het niet weet: Bangkok is het Venetië van Azië).
’s Avonds gaan we de stad in. Maar door de jetlag vallen we bijna in slaap. We geven er maar aan toe en besluiten om een voetmassage (Bart), pedicure (Jan) te nemen van een uur. Prinsheerlijk worden we verwend.
Om 0.00 uur proosten we met een thais bier op het nieuwe jaar. Geen vuurwerk! (gelukkig), maar ook geen licht ballonnen (helaas). Wel veel vrolijke thais. We proberen Ma te bellen maar het gsm-netwerk zit vol. Op weg naar huis krijgen we een glas champagne aangeboden. Bovendien hebben ze wifi dus kunnen we via het internet naar NL bellen. We krijgen een opgewekte Ma aan de telefoon en daarna Carl en Wientje. In Nederland is het 6 uur vroeger. Dus nog 2010.
Met de taxi naar huis. Het is heerlijk stil.
We slapen een paar uur en besluiten in de stad te ontbijten. De tuk-tuk van het hotel brengt ons naar de bootbus. Prachtige praam waar 150 mensen in kunnen. De boot stopt 20 seconden, snel in en uit stappen en weg spuit de boot. Plastic zeildoek links en rechts wordt weer omhoog gehesen tegen het opspattende water, maar wij zijn gelukkig lang genoeg om er over heen te kijken.
In het centrum van Bangkok ontbijten we op de 7e etage van een warenhuis. We zijn de eerste gasten, ze zijn vandaag voor het eerst open. Lekker westers ontbijt met jus en croissants.
We wandelen en … wandelen. De jetlag speelt ons parten. Maar geen koffie/lunch te krijgen. Alle winkels, cafés zijn dicht. We nemen een boot naar de toeristenstreek met hotels, restaurants en winkeltjes die allemaal open zijn.
Met bus en taxi terug naar ons hotel. We slapen van 15.00 – 18.00 uur (te) diep en (te) lang. Is de jetlag nu over?
De tuk-tuk brengt ons naar een etensmarktje, maar het is niet veel. We kopen een kaartje voor de sky-train maar stappen na 1 halte al weer uit. We zijn onrustig en duidelijk nog niet geland. We vallen tijdens het eten bijna weer in slaap. Jetlag dus nog niet over.
Goed geslapen. Bart haalt ontbijt (brood/jam/jus) en geniet ervan om op zijn fietsje op zoek te gaan naar winkeltjes. We ontbijten op de rand van ons bed.
Onze Garmin gps brengt ons naar een weekend markt. Heerlijk om te fietsen i.p.v. te sjokken zoals gisteren. Het is ongeveer 15 km naar deze markt. We fietsen meestal door kleine straatjes maar dan ineens weer een 6-baans weg. We voelen ons zeer vertrouwd in het verkeer.
De markt is heel groot. 20 hallen vol met winkeltjes. We eten een thaise noedel soep in een kraampje achteraf. Daarna op zoek naar een klamboe (niet gelukt) en een 2-persoonslaken (gelukt) voor in hotels waar ze alleen maar dekens als bovendek hebben (of voor het geval ze te vies zijn, wat in Thailand meestal niet voorkomt).
Met de gps fietsen we terug naar het centrum om in een shopping Mall een klamboe te vinden. Daar is ook een geweldige telefoon en computer afdeling (met honderden kleine winkeltjes). Jan likt zijn vingers er bij af :-) Tijd voor een impulsaankoop? Nog maar even niet. Maar dan zien we de Ipad maar dan de kloon ervan. Met … (ik vraag Jan dit stukje maar even te schrijven. Inmiddels is het al weer 5 dagen later, Jan ligt nu in de strandstoel op het strand voor ons huisje te slapen, dus dat voegt hij straks wel in).
Een goede klamboe lukt nog niet. In het donker fietsen we terug naar huis en onderweg eten we in een bbq restaurant. Een soort gourmetten. We kennen het van de vorige reis. Heerlijk en veel gedoe, waar we eigenlijk te moe voor zijn. Maar ja, het is ook heel lekker en vers.
*Tja, wat daar aan toe te voegen. Een iPad is een soort computer zonder toetsenbord en muis die je met je vingers moet bedienen (touchscreen). En Apple is de fabrikant van het apparaat. Hoewel het lijkt dat alleen Apple ze maakt, zijn er ook andere fabrikanten. Scheelt een beetje in de prijs. De iPad is hier 500 euro en de kloon (voor de kenner met Android van Google) 100 euro. We hebben er gelijk een opberghoes met ingebouwd toetsenbord bij gekocht. Want alleen de vingerbediening vind ik soms erg onhandig. Geef mij maar pageup/pagedown om te bladeren.
En nu het toch over techniek gaat… we reizen voor het eerst met een gps. Een Garmin (gpsmap 60Cx). Dat is net zoiets als een Tom Tom, maar dan voor wandelaars en fietsers. Alleen noemen ze dit dan weer geen kloon.
We hebben tijdens onze laatste fietstocht in Frankrijk flink nagevraagd aan fietsers die we tegenkwamen of zo’n ding nou echt handig is. En Anna en Frans (ook fervent fietsers) zijn heel enthousiast. Wel hielden we onze bedenkingen, o.a. omdat we er niet zo van houden onze dagtochten van te voren te plannen. Uiteindelijk hebben we de gok genomen en de gps gekocht.
Al uitproberend in Nederland viel het ons erg tegen (we kennen veel mooie fietswegen en de suggestie van de gps viel vaak tegen). Maar hier kennen we de wegen niet en zijn de papieren kaarten vaak alleen voor auto’s. Het is fantastisch om in een vreemd land te fietsen en toch over mooie en vooral kleine rustige wegen gestuurd te worden. Je kan in de Garmin o.a. opgeven dat je niet over de hoofdwegen wilt fietsen. Vaak verrassend ook. Want de Garmin geeft net zo gemakkelijk wegen over een groot tempelcomplex (met hekken er om heen – waar je als je er langs fietst sowieso niet van bedenkt dat je er op je route doorheen kan) als petrochemische complexen (waar je om een andere reden weer niet zomaar door heen fietst).
Voor je zelf een gps koopt: de kwaliteit zit hem niet alleen in het apparaat maar vooral in de kaarten die je er (voor veel geld) bij moet kopen. We zijn dan ook erg blij dan we de nieuwste Thailand streetmap (versie 11) in Bangkok gevonden hebben. Die was in Nederland (nog) niet te krijgen.
Terwijl ik dit schrijf vallen even verderop met veel geraas wel zeven kokosnoten uit de boom. Lesje tropen: nooit onder een kokosnotenboom gaan zitten.
We vertrekken en nemen de bus naar Pattaya. We hebben geen zin om druk Bangkok uit te fietsen.
O wat is dat reizen hier toch heerlijk en gemakkelijk. We hebben misschien ook wel geluk vandaag. We komen aanfietsen op het busstation. Kopen een kaartje, de fiets gaat onderin (gratis, maar de chauffeur wil wel een fooi; die geven we na wat onderhandelen).
Twee uur later zijn we in Pattaya. De gps met de nieuwe kaart brengt ons via overwegend kleine wegen naar het strand. In een zijstraatje vinden we een klein guesthouse met grote kamer. We laten meteen het nieuwe laken wassen en ach ja waarom ook niet onze kleren. Kosten 80 bath (2 euro), gestreken en wel. Bart fietst (na een korte siësta) 6 km terug naar Pattaya om in een winkelcentrum een hernieuwde poging te doen voor een klamboe. Het lukt! Mooi vierkant en groot. Ook haalt hij zonnebrand factor 50 voor de eerste dagen. In een strandrestaurant eten we heerlijk mosselen (met hete saus!).
Jan smeert zijn fietsketting (was hij in NL nog niet aan toe gekomen). Bart haalt ontbijt. Er schijnt een winkeltje te zijn met donker Duits brood. Ook haalt hij Lipton Tea. Chique ontbijt dus op de hotelkamer.
Vandaag begint onze fietstocht echt. Geen bus, geen idee waar we vanavond uitkomen. Het blijkt 63 km verderop te zijn, waarvan 10 km dwars door petrochemisch industriegebied. Jakkes … en mooi van super lelijkheid! Maar de gps stuurt ons ook over schoolpleintjes, een tempelcomplex, kleine weggetjes en bruggetjes (zie foto).
We vinden een guesthouse met zwembadje en draadloos internet (wifi) aan het strand. Achter het hotel is een binnenmeertje. We spreken Duits want de eigenaar is een zwitser die getrouwd is met een thaise vrouw. Na een middagslaapje, een bananenshake, wat oefenen op de nieuwe Ipad-kloon, fietsen we even naar het dorp, halen een fles bronwater en besluiten toch ‘thuis’ te eten, dwz in het restaurant van ons hotel. Naast het zwembad aan de rand van het meer zitten we heerlijk te dineren.
Na een ontbijt met bruin brood, fietsen we om 9.00 uur weg. Gaan we vandaag naar Ko Samet, het bounty-eiland (palmenstrand, met w.s. overal bounty muziek en bounty bier en ..)?
We verlangen naar een paar dagen strand. Na 30 km fietsen langs strand en zee, komen we bij de pier. Onderweg hebben we al besloten niet naar het eiland te gaan. We gaan iets zoeken in een meer thaise omgeving. Vooral minder discomuziek (of Bob Dylan).
Bij de pier aangekomen zijn we wel weer blij met die toeristen omgeving. Een tweedehands boekhandel met een nieuwere versie van onze reisgids Lonely Planet. Maar de kwaliteit is te slecht. Valt w.s. binnenkort uit elkaar. Dus toch maar niet. Veel toeristen zitten te lunchen, maar als we 150 meter verder fietsen zie je geen toerist meer. De actieradius van de (blanke) toeristen is blijkbaar maar heel klein. Sneu voor de uitbaters verderop. Wij vinden het prima en eten hier een lekkere noedel soep.
Dan gaat onze zoektocht verder naar ons idyllisch plekje voor een paar dagen. We fietsen langs wat resorts waar we gaan kijken. Allemaal aan zee en ook nog een zwembad. Maar of ze zijn aan het timmeren of we vinden er teveel zweedse kinderen die gillen (sorry Signe, misschien waren het wel noorse kinderen) of …
We fietsen iets verder en passeren een markt waar we een ananas eten (zie foto) en dan … Ja! 150 meter een weggetje in (dus ver genoeg bij de wat drukke weg vandaan) vinden we wat bungalowtjes. Eén daarvan op het strand is helaas alleen vandaag maar vrij. Maar het is wel wat we zoeken. Het heeft ook Wifi. Jan moet deze dagen nog wel wat werken (z’n programma testen) dus dat kan dan. Maar voor 1 nacht? We doen het en zien morgen wel weer verder. Na wat afdingen van 2500 (60 euro) naar 1500 bath is iedereen tevreden.
Na een duik in zee maakt Bart een strandwandeling en kijkt of er voor morgen nog zoiets moois in deze baai te vinden is. Hij heeft een leuk praatje met een thaise mevrouw die bladeren van het strand veegt. Ze spreekt redelijk engels. Er staan hutjes op haar terrein. Heel sober. Ze vindt ze zelf niet goed genoeg voor ons. Alleen morgen zijn ze vrij. In het weekend komen er veel thais hier. Een lekkere wandeling, helaas zonder plek voor morgen. Met het personeel bij de buren praat Bart een beetje (met handen en voeten), vraagt terloops of we hier kunnen slapen, ze pakken een foldertje en wijzen op een bedrag van 2500 per nacht. De baas is er niet.
’s Avonds eten we in het enige eettentje aan de straat. Ze heeft rijst (natuurlijk) en maakt een vers prutje van groente en wat varkensvlees. Met een kale salade van komkommer en tomaat. Lekker.
Omdat we een paar muggen zien hangen we onze klamboe op met het touw van onze meegebrachte waslijn. Zoals altijd vindt Jan wel weer ophangpunten. Voor het slapen gaan doen we de airco even aan, maar doen die even later weer uit omdat we liever slapen met het ruisen van de zee in onze oren.
Vanuit ons bed zien we om 6.15 uur de zon in de zee opkomen (nadat we de gordijnen hebben opengedaan). We hebben nog duits bruin brood voor het ontbijt.
Samen wandelen over het strand op zoek naar een huisje. Naast onze bungalow op het terreintje waar de huisjes van 60 euro staan, gluren we naar binnen. Een hal met twee slaapkamers. Ouder dan waar we nu slapen. Maar wie weet. Als we op onze ochtendwandeling niets beters gevonden hebben, gaat Bart nogmaals vragen. Ze laat ze van binnen zien. Simpel maar prima. 1 kamer hoeven we niet te gebruiken. En na flinke onderhandelingen mogen we het voor 1000 Bath per nacht huren. Dit huisje (hoewel ouder) vinden we nog beter dan het vorige. En als we het buitenste huisje nemen, kunnen we het wifi punt van ons vorige huisje gebruiken! Dit huisje staat nog meer naar voren op het strand (zie foto). Bovendien hebben we ontdekt dat als we 200 meter op de grote weg naar links lopen dat we dan langs een streepje restaurants en winkels komen. Hier hebben we dus alles.
We settelen ons en Bart begint voor het eerst deze reis aan een boek. Jan computert wat. We duiken de zee in, eten een soepje in het dorpje, lopen het marktje over, eten een ananas en zo verglijdt de dag.
Gisteren was een bewolkte dag (met zelfs een paar spatten regen, maar wel weer 30 graden), vandaag is het weer volop zon.
We mailen nicht Hanneke die vandaag 50 is geworden en Bart begint dit verslag te schrijven. Als de wind op steekt gaat Jan koppeltje duiken in zee. We lunchen weer op dezelfde plek als gisteren. Maar de bouillon is veel minder getrokken. Ach ja. Waar je mee bezig kunt zijn op zo’n reis. Jan leest op het strand zijn meegebrachte wetenschap bijlages van de krant (al luisterend naar de opera "Medea" - sinds mp3 altijd muziek mee op reis - en dank aan zus Riet voor het op mp3 zetten van zijn lievelingsuitvoering). We zetten een theetje met een koekje enz. enz.
Tot hier was het vorige verslag. Inmiddels (13 januari) zitten we op het eiland Ko Chang. Een prachtige kamer hoog in de rotsen met recht onder ons de zee. We slapen met raam open en zien vanuit ons bed de zee. Maar wat is er de afgelopen dagen gebeurt? We pakken de foto’s erbij en graven in ons geheugen. Langzaam komen er beelden terug.
Vrijdagmiddag verandert de sfeer op het strand. Het weekend is begonnen. Een grote schoolklas (15/16 jarigen) nemen het strand over en doen de hele middag heel gezellig spelletjes met allerlei opdrachten (als je verliest wordt je in zee gejonast). Een erg leuke blije sfeer onderling. Leuk om te zien vanaf ons terras. Maar na anderhalf uur verlangt Bart wel weer naar de rust.
Die komt er niet. Integendeel. Nog meer weekend-gangers komen. Meerdere huisjes raken bezet.
De schoolklas gaat ’s avonds Karaoken naast ons. Maar achter ons is ook een familie neergestreken met een Karaoke installatie die ze naast de bbq neerzetten. Wat een feest. We laten het maar over ons heen komen. Rond 00.30 is het redelijk stil.
De schoolklas vertrekt weer en naast ons wordt het stil. Maar aan de andere kant naast ons komen nieuwe gasten. Of we een whisky willen ’s middags om 15.00 uur. Nee, sawadie kap. De Thai laten ons lekker met rust. Heerlijk in dit land. Hoe anders als in bijv. Indonesië.
We lezen wat, zwemmen wat, Jan werkt nog een beetje aan zijn programma (wat hij trouwens heerlijk vindt). ’s Avonds eten we in het dorpje en zoeken de pannenkoek-brommer, omdat dat gisteren zo’n lekker toetje was. Helaas rijdt hij net weg als we aan komen lopen. Dan maar Nescafé met een koekje op ons eigen terras.
Zondag. Jan heeft een lichte voorkeur om te blijven. Bart wil wel weer op reis. We besluiten te vertrekken. Eerst ‘tutten’ we nog wat terwijl we inpakken, drinken nog koffie met een bananencake en pas om 10.30 uur (nadat iemand nog een foto van ons gemaakt heeft met de fietsen op het terras) fietsen we weg. Omdat er veel riviertjes stromen zijn we vandaag veel aangewezen op grotere wegen die een stuk van de kust weg lopen. Op zo’n grote weg, met veilig brede vluchtstrook, stoppen we voor ons dagelijkse ananas. Met liefde en vakkundigheid voor ons gesneden. We krijgen twee stoeltjes en natuurlijk een grote glimlach. De gps stuurt ons keurig de kleine weggetjes op als het kan.
We belanden voor een paar centen in een klein hutje aan de kust. We verlekkeren ons aan de krabben die we in bakken zien krioelen. Na een duik in zee (Jan krijgt flinke uitslag op zijn benen, die gelukkig niet jeukt, maar wel een paar dagen zal blijven. Een kwal of …? Bart heeft geen last), maken we ons op voor de krab. Maar als we een paar muggen zien, besluiten we toch eerst de klamboe op te hangen. Dat slaapt wel zo rustig en bovendien kunnen we dan binnen het licht aan doen (anders laten we dat uit ivm de muggen). Bart vindt n stuk touw, een ladder en een lange stok op het terrein. Die binden we aan de bedpoten om zo als een baldakijn de klamboe op te hangen. We genieten van onze slimheid (en het mugvrije resultaat).
We bestellen in het strandtentje een kilo krab (4 stuks, niet al te groot). Hoe eet je die ook al weer? We proberen het uitgelegd te krijgen. Maar de jongen die ons bedient, is nog te jong en te verlegen. Hij zit nog op de lagere school. De hele familie moet (helaas??) meewerken. We prutsen dus zelf maar wat en ineens weten we het weer. We waren vergeten hoe lekker krab is!
Bart duikt voor het ontbijt nog even de zee in. Jan slaat maar even over. Met onze dompelaar zetten we zelf thee en na het ontbijt fietsen we richting Chantabouri. In deze stad is 22 jaar geleden onze liefde voor Thailand begonnen. We zoeken het plein met de etensmarkt vol met kraampjes, waar we de hik kregen van het hete eten. Is het hier … nee misschien iets verder. Niet terug te vinden. We bediscussiëren dat je oude ervaringen ook niet moet proberen te herhalen. Leven in het nu. We weten het, maar vergeten het soms.
Ons hotel is midden in de stad en heeft een mooi balkonnetje in een zijstraatje.
Bart heeft weer/nog steeds last van zijn ontstoken schouderkom. In de apotheek vinden we dezelfde ontstekingsremmers als hij in nl. vlak voor vertrek kreeg voorgeschreven. Toch maar weer een kuurtje.
’s Avonds wandelen we een heel eind om aan de overkant van de rivier waar we lichtjes van een restaurant zien, te eten. De menukaart is in het thaise schrift wat we niet kunnen lezen, maar we hebben vier jonge bediendes. Ieder kent wel een gerecht in het engels (rice, beefsalad, fried vegetables) en zo lukt het weer een maaltijd te bestellen. We leren ze bier in te schenken met een schuimkraag van 2 vingers. Tijdens het eten worden we heerlijk met rust gelaten.
We besluiten een paar dagen naar een bounty-eiland te gaan (met gevaar van bounty-disco’s).
De gps leidt ons de stad uit en langs prachtige kleine weggetjes door dorpjes en langs ananasvelden en rubberbomen. Ook via onverharde wegen die goed te fietsen zijn. Vanwege riviertjes is er een stuk van 25 km die we langs de snelweg moeten. We liften, zoals al we de vorige keren ook al zo vaak deden. De eerste auto (bakkie) stopt meteen (zo kennen we het). Maar gaat maar 5 km. De tweede auto neemt ons mee. De bestuurder blijft in de auto zitten, terwijl wij de fietsen en de fietstassen in de achterbak laden. Jan gaat bij de fietsen zitten, Bart in de airco naast de chauffeur. Jan geniet van de wind in zijn haren, Bart komt er achter dat de liftgever in Bangkok militair verpleger is.
Na 25 km laden we de fietsen weer uit, eten een soepje en fietsen we weer vrolijk verder langs kleine weggetjes.
Als we in de loop van de middag bij de pier aankomen, besluiten we morgen de boot te nemen. We weigeren de kamer bij het Thaise/Amerikaanse stel (te duur en vooral te onaardig), maar nemen een bungalow met uitkijk op zee zonder strand.
We fietsen voor het eten naar de twee verschillende pieren waar boten vertrekken. Ze liggen 1 km uit elkaar. Leve de fiets om dat ‘eventjes’ te doen.
De boot naar Ko Koot, waar we eigenlijk naar toe willen, blijkt 40 km verderop te vertrekken. We kunnen daar morgenochtend naar toe fietsen en de 12.30 slow boat (ipv speedboat, daar kunnen geen fietsen mee) nemen. Tijdens het eten besluiten we toch morgen de boot naar het grote Ko Chang eiland te nemen. Een eiland met veel baaitjes, veel stranden, veel toeristen en w.s. veel bounty-bier. De veerboot gaat om het uur, dus we kunnen ook gemakkelijk weer terug, terwijl de boot vanaf Ko Koot om de twee dagen gaat.
Wederom een thaise menukaart. Een schooljongen spreekt een paar woorden engels. Schelpdieren hebben ze. O nee, toch niet. Wel oesters. Doe maar. We realiseren ons niet dat je die rauw eet. Op een bedje van ijs worden ze opgediend. We vragen met handen en voeten of ze die willen koken. We vertrouwen het niet en vinden ze ook niet lekker. Als we ze lauw/warm terugkrijgen, eten we de schaal half leeg (of laten hem half vol achter).
Als we 4 km hard fietsen, halen we misschien nog de boot van 9.00 uur. We doen het. Waarom? Ach ja, soms moet je het gewoon doen.
Om 9.03 kunnen we nog net mee. We worden beloond. Een rustige tocht van een uur met een roestige oude schuit. De zee is kalm.
Op het eiland pinnen we voor het eerst thais geld met ons nieuwe cash-passport, een soort travelcheques maar dan op een creditkaart. Erg handig.
We wisten dat dit eiland bergachtig is, maar dat we zo moesten klimmen … we lopen naast de fiets omhoog terwijl veel verkeer ons passeert. Naar beneden moeten we vol in de remmen.
Met twee lieve thaise jongens hebben we een fotoshoot moment (zie foto) met onder ons het bounty-dorp. Na een heerlijke bananenshake tussen de andere toeristen, oriënteren we ons op de accommodaties in deze baai. Een simpel hutje op het strand, midden in het dorp voor 14 euro. Maar erg druk en hoe is het ’s avonds? We gaan iets verder en vinden een prachtig twee onder 1 kap bungalow op de rotsen, uitkijkend op zee. We hebben geen inkijk en kunnen met ramen en gordijnen open slapen. Een goede matras, een balkon, airco, koelkast, waterkoker en badkamer. En een stuk van de straat weg, waardoor we de disco dreunen niet (’s nachts nauwelijks) horen. We gaan voor dit chique resort. 1600 bath per nacht (40 euro).
Jan stelt voor romantisch te doen. Kaarsjes kopen en eten halen om op ons balkon te eten. Bart regelt borden en bestek in het resortrestaurant en we halen in een stalletjes rijst en een groenteprutje met beef. Als vooraf: loempiaatjes van een brommerstalletje. In de supermarkt halen we biertjes en bronwater.
Het waait hard, dus de kaarsjes waaien uit, maar verder dineren deze heren geweldig.
Dat is vandaag. Bart schrijft dit verslag en Jan verveelt zich. Bart haalt bij het duitse resort pain au chocola (?!), we maken zelf koffie, Jan valt in slaap en leest na de lunch in een ruk het boek 'Eindspel' van F. Springer uit (speelt zich af in Berlijn). Hoog tijd voor een lunch! Wat een leven.
Inmiddels weer 5 dagen verder. Op een hotelkamer op de 9e verdieping hebben we net onze siesta gedaan. Jan luistert muziek en leest wat en Bart begint de afgelopen dagen te beschrijven.
Het enige uitje wat we vandaag maken is een lunch halen en na een middagslaapje een tochtje naar het naburige dorp. Onderweg kijken we met een schuin oog naar andere accomodaties. Misschien zelfde kwaliteit maar dan op het strand zodat we meteen de zee in kunnen. Maar we zien al snel dat je dan meteen veeeel minder mooi zit dan onze rotswoning. Jan kijkt nog even in de tweede handsboekwinkel met ook Nederlandse boeken (door toeristen achtergelaten) en koopt 'De Balling' (François Cheng). ‘s Avonds besluiten we weer thuis te eten met kaarslicht (soms waait de kaars niet uit vanavond!).
Hoe lekker onze rotshotelkamer ook is, we trekken weer verder. Ko Chang vinden we teveel een grote straat met toeristenrestaurants en winkeltjes. We zagen dat het in het naburige dorp niet anders is, dus kom we gaan weer op pad. Bij het duitse resort halen we nog wel even duitse donker bruine broodjes, zoveel houden we dan weer wel van die toeristengebieden :-)
We beklimmen de berg/heuvel die we over moeten om bij de pont te komen, maar die is gelukkig vanaf deze kant minder stijl.
Op de vaste wal fietsen we weer over mooie kleine weggetjes, eten in een moslimrestaurantje een donkere wat zoetere maar heerlijk verse noodlesoup.
Na een tocht van 55 km komen we in Trat aan. In de stad zijn simpele guesthouses, maar we willen liever iets rustigs. Jan stelt voor op de gok naar het recreatiemeer te fietsen. Je kunt er volgens de gids lekker eten. Misschien is er ook slaapgelegenheid en het is maar 1,5 km. buiten de stad. Leve de fiets!
En ja hoor, een prachtig terreintje met wat stenen bungalowtjes. We installeren ons, douchen, zetten de wekker om een halfuurtje te slapen en doen de lange broek met overhemd met lange mouwen aan. Ook sokken tegen de muggen. In de stad is een nightmarket die we in Cantabouri zochten en niet vonden. We kijken hoe rond hoe het hier werkt. Heeft elk stalletje nu zijn eigen tafeltjes op het plein of zijn de tafeltjes gemeenschappelijk. Nee, we bestellen bier, rijst en mixed vegetables bij een kraampje en gaan aan hun tafeltjes zitten. Van hun krijgen we bord/bestek/servet. Jan haalt bij een andere kraam gegrilde kippenborst (zonder tafeltjes), ergens anders een soort loempia en een fruitsalade met een soort appel en peer wat we niet kennen. Lekker!
Na een espresso op een druk kruispunt fietsen we terug naar de rust aan het meer.
Na ontbijt met Duits brood (wie wat bewaard …) en koffie in de stad, fietsen we richting de Cambodjaanse grens. Eerst nog een paar dagen strand??
De weg is druk en er wordt aan gewerkt. Dus liften we. Deze keer duurt het wat langer, maar na 20 minuten komt er een auto terugrijden die ons eerder gepasseerd had (dat was daarvoor ook al gebeurd maar die ging maar 5 km verder op). 3 goed engels sprekende dames nemen ons 70 km mee. Wij met de fietsen in de achterbak (zie foto). Onderweg stoppen ze om een gekookte maiskolf (oei, wat heet van temperatuur!) voor ons en voor zichzelf te kopen. Hoe lief.
Ze wijzen ons de weg richting een dorp met strand. We fietsen er 5 km naar toe. Een prachtig vissersdorp met weggetjes op palen gebouwd (zie foto’s). Bij de eerste brug lopen we nog want er zijn geen brugleuningen, maar we worden er steeds bedrevener in. In het plaatselijke resort worden we alleraardigst verwelkomd door een Amerikaanse thai en een nieuwzeelandse. Maar de huisjes zijn niet bijzonder en niet aan het strand. Wel toeristen prijzen. We leggen uit dat we een huisje aan het strand willen. Heel aardig leggen ze uit hoe we moeten fietsen. Na 15 km vinden we ons bungalowtje bij het strand. We bestellen een watermeloenshake, we zwemmen en slapen wat en eten even verderop in een strandtentje een Tom Yam Kung (garnalensoep met veel groente en grote garnalen).
We zitten onder de vlooienbeten! Uit het bed (we zien ze niet) of zijn het beten van de strandvlooien van gisteren toen we even op het strand gingen liggen? Het jeukt behoorlijk en om de beurt verbieden we elkaar om te krabben.
We gaan dus weer verder. Een mooie betonnen weggetje loopt evenwijdig langs de drukke weg. We zien nog een paar thaise resorts. Nog een paar dagen aan het strand. Even verder kijken … en dan zijn we de stranden voorbij. Bart overweegt om terug te rijden, maar Jan verleidt hem om de reis te vervolgen en maar te zien wat we gaan tegen komen. Bart sputtert nog wat tegen. Na wat tegensputteren (en al fietsend mokken) gaat Bart akkoord. Na 2 km voluit akkoord.
Onderweg komen we de eerste fietsers van deze reis tegen. Fransen uit St. Maarten. Ze bieden ons spontaan hun Cambodjaanse wegenkaart aan. Wij geven ze nog wat thaise tips. Even later komen er nog twee fiesters die uit Cambodja komen bij staan. Een heuse meeting!
In het laatste dorp aan de grens maken we de laatste thaise muntjes op en kopen nog jam, koekjes en nootjes. Moeten we brood meenemen of heeft deze oude franse kolonie stokbrood. Twee jaar geleden toen we van Thailand naar Laos gingen kochten we ook van alles in, maar dat was toen niet nodig. Maar hoe is het in Cambodja?