Nog even een sjieke capppuchino/americano met een botercakeje en dan gaan we de grens over.
Het gaat erg relaxed en soepel. Eerst het thaise stempel. Ze zeggen nog even dat we recht hebben om langer in Thailand te blijven (oftewel waarom gaan jullie?). We hebben een triple entry visum in Amsterdam geregeld, dat betekent dat we nog 2 x 6 weken Thailand in mogen (en daarna telkens 15 dagen).
Bij Myanmar gaat het bijkans nog soepeler. Omdat het op deze grensovergang pas sinds november voor toeristen mogelijk is, hebben ze nieuwe apparatuur. Ons paspoort wordt zelfs ingescand. Op het visum dat we in Hanoi haalden, staat onze digitale pasfoto geprint.
In Tachileik is een even grote markt (volgens de berichten was er niet veel), met veel chinese en thaise goederen. We struinen er met de fiets aan de hand even doorheen. Er zouden geen ATM zijn, werd ons verzekerd, maar al heel snel zagen we de eerste. Met touchscreen. Zo chique hebben we nog niet gepind :-). We trekken 200.000 Kyat (= U$200) uit het apparaat. Hoewel we in de grensplaats ook met dollars en thaise Bath kunnen betalen, is het fijn om Kyat te hebben. We hebben dollar cash bij ons (het was nog maar de vraag of we konden pinnen), maar nu we denken overal te kunnen pinnen, hebben we die niet nodig. Fijn.
We informeren bij een reisbureau of de vlucht nog steeds om 15.45 uur gaat (met in het achterhoofd onzerkerheid of de vlucht wel goed doorgekomen is). Ze weten meteen wie we zijn. Die hollanders met een vouwfiets die naar Mandalay gaan. Dat voelt heel vertrouwd. We moeten om 13.00 uur op het vliegveld zijn. Onder veel belangstelling doen we de fiets in de hoes die we mee hebben. We laten de banden iets leeg lopen en melden ons bij de incheckbalie. Na even wachten worden de fietsen gewogen. We mogen 20 kilo mee hebben, werd in Thailand gezegd, maar hier doen ze niet moeilijk over een paar kilo meer.
De vlucht gaat voorspoedig. We landen even in Heho en vliegen 15 minuten later weer verder. Om half zes landen we in Mandalay. Daar is zelfs een bagageband. Bart probeert met handen en voeten duidelijk te maken dat de fiets niet op de bagageband moet. Wellicht maakt hij zich druk om niets, want alleen de fietstassen rollen van de band. De vouwfietsen komen keurig op een wagentje aangereden.
Het is 36 km naar de stad en omdat het al donker wordt, informeren we naar een taxi. Maar dan zien we een busje staan. Dat blijkt van de luchtvaartmaatschappij te zijn en die vervoert haar passagiers gratis naar de stad.
Bart heeft de passagier naast hem verteld dat we naar het ET Hotel gaan. Dat wordt natuurlijk door verteld en zo komt het dat we op een kruispunt uitgezet worden en verteld worden hoe we naar ons hotel moeten fietsen. Wat een vriendelijkheid en wat een kick om zo in het donker midden in een onbekende stad gedropt te worden.
Met bewonderende blikken alom, vouwen we de fietsen uit. Als Jan wil pompen, vraagt iemand of hij mag pompen. Prima. Jan ziet dat hij het met gevoel en zorgvuldig doet.
Het hotel is in een drukke straat, maar we krijgen de hoekkamer achterin. Nog steeds horen we overal het straatgeluid, maar voor een eerste avond in een nieuwe stad prima.
Na een douche gaan we eten in een Shan Restaurant. We weten nog niet wat het is, maar de rijst met groente smaakt redelijk. Op een straathoek wordt op een houtvuur chapati's gebakken. Met verschillende curry's. Hmmm, jammer dat we al gegeten hebben. Iets voor morgen. Maar ze kunnen ook een bananenpannenkoekje bakken!
Om 6.00 uur worden we gewekt door de moskeeoproep tot gebed. We staan vroeg op en ontbijten in het hotel. Een westers ontbijt met toast, jam, scrambled egg en banaan. Precies wat we lekker vinden. We pakken de fiets en gaan de stad (en voor ons gevoel het land) verkennen. Ook kijken we uit naar een ander hotel, liefst iets stiller gelegen. Jan stelt voor om alleen maar te kijken naar nieuwe hotels, want daar heb je de meeste kans op goede bedden en sanitair. Bij de rivier waar ook de ferry's naar Bagan vertrekken, worden schepen gelost en geladen. Alles met de hand (en rug). Aan de oever staan rietenhutjes waar men woont. Een varken scharrelt rond. Daar tussen staan toeristen die onderhandelen over een cruise voor tig (2000+) dollar. Het grote verschil grijpt vooral Jan erg aan. Bart laat het gemakkelijker langs zich heen glijden.
We vinden nog geen goed hotel. Of het is vol of ons te duur. (Voor 80-150 dollar heb je een simpele kamer met badkamer).
Net als we ons toch rijk voelen met de kamer voor 30 dollar die we hebben, vinden we een paar blokken van ons hotel vandaan, het Universe Hotel. Ze hebben zelfs een lift. We nemen de kamer op de bovenste (10e) verdieping met prachtig uitzicht over de stad. Het is schoon en blijkbaar net gerenoveerd. Nieuwe zachte matrassen en een keurige badkamer. Dit is wel iets voor deze heren :-). En maar 10 dollar duurder.
's Avonds eten we de chappati's met curry's op de straathoek, die we gisteren zagen.
Terug in het hotel wordt het Jan allemaal te veel. De armoede hier in Myanmar, de bedelende moeders met kind gecombineerd met de voortdurend rode tabakfluimen op de grond spugende mannen (en als je niet op past spugen ze over jezelf als je langs fietst) en vanavond een brullende tv met engels voetbal midden op straat, maakt dat hij nu al terug verlangd naar Thailand. Wat het ook niet makkelijker maakt zijn de vele vehalen van andere toeristen (inclusief die in de Lonely Planet resigids). Daar klopt behalve die over de de ongelooflijk voorkomende en aardige bevolking en dat de hotels veel duurder zijn dan in Thailand helemaal niets van. We slapen er een nachtje over en zullen dus veel zelf moeten uitzoeken.
Goed geslapen. Als we zien dat bij het ontbijt alleen melkthee uit een zakje (en later blijkt ook chinese rode thee) te krijgen is, gaat Bart met de lift terug naar de kamer om ons Lipton theezakje te halen. We moeten er om gniffelen.
Wat doen we. Meteen weer verder trekken of toch deze stad nog een kans geven. We besluiten het laatste en fietsen om het paleis heen (grotendeels militair terrein) en langs de boeddhistische klooster terreinen. We zijn onze lange broek vergeten, dus kunnen niet de tempels in. We vinden het niet erg. Dit is al mooi genoeg. We drinken koffie naast een telefoontafeltje waar de buurt tegen betaling komt bellen.
Dan zijn we moedig en op het heetst van de dag (het is weer 31 graden) fietsen we de Mandaly Hill op. Er staan vele Pagoda's en bovenop de grootste. Bezweet boven gekomen, lessen we onze dorst met een Sprite. In Nederland drinken we nooit zoiets.
Terug in de stad een siësta op de hotelkamer. Dan struinen we de gigantische deels overdekte markt over en kopen een Orange Marmalade (voor de aanvulling op de ontbijten die we in de hotels zullen krijgen). Jan koopt een sarong voor 3000 Kyat (3 dollar). Omdat hier jong en oud in sarong loopt, heeft hij een grote keuze. Hij koopt een mooie diep bruin/paarse. We halen waspoeder om de sarong meteen te wassen.
Dinsdag 21 januariLeve de gps! We fietsen prachtig de stad uit en via dorpsweggetjes langs rivieren en meertjes. We maken veel foto's omdat we van het ene mooie plaatje in het andere fietsen. Bij de toeristische topattractie (een lange teak houten voetgangers brug) bekijken we vooral de medetoeristen en de souvenir verkoopsters.
Via een prachtige nieuwe brug over de rivier bereiken we Sagaing. Een leuk stadje onder aan een heuvel vol met pagoda's en boeddhistische kloosters.
We vinden snel een hotel, kijken nog even verder, vinden niets beters, lunchen heerlijk en keren terug naar het eerste hotel. Voor 35 dollar hebben we een simpele, schone kamer met wifi (die het eerst niet doet, later wel). We rusten even en springen dan weer op de fiets om de Sagaing Hill te bestijgen. We klimmen via verharde en onverharde weggetjes die allemaal op de gps aangegeven worden, omhoog. Wat is het hier prachtig. Sereen soms. Met voortdurend tempelterreintjes waar monnikken wonen. We stallen op een tempelterreintje onze fietsen en worden snel de weg gewezen hoe om hoog naar de grootste Pagoda op de top te komen. Daar zien we de medetoeristen die met hun privechauffeur naar boven zijn gereden. Wat zijn wij blij met onze fiets zodat we via de tempelterreintjes omhoog zijn gekomen. Het uitzicht boven is fenominaal. Overal zien we pagoda's staan tussen heel oude (lotus)bomen.
Als we langzaam afgedaald zijn, rusten we weer even in het hotel en eten we 's avonds in een klein restaurantje. Ook hier weer zo veel vriendelijkheid en verzorgdheid. We genieten.
We fietsen nu via de oude brug de rivier over. We hebben een prachtige lift met een stationcar. Een oude bak, waaar de vouwfietsen precies achterin passen. Jan krijgt beelden van zijn vader met de oude Ford Taunus.
We lunchen in een stadje tussen Sagaing en Bagan. Het eten is niet bijzonder, de darmen zijn onrustig. We kijken naar twee hotelletjes maar vinden ze beide te simpel en niet schoon genoeg.
Als we net staan te liften, komt er een airco express bus langs die we aanhouden. De fietsen gaan onder in en anderhalf uur later zijn we in Bagan, de stad van de duizende tempels.
De stad, nou ja eerder gebied, heeft drie delen. Met de bus komen we aan in Nyaung-U, waar de wat goedkopere hotels zijn. Dan heb je een paar km verder op, ook nog Old Bagan en New Bagan. We zoeken een hotel in dit gedeelte waar we aankomen. We vinden niet snel iets moois wat prijs/kwaliteit betreft, maar vinden dan toch Hotel Blazing wat ons bevalt (50 dollar). Jans darmen zijn flink van slag, dus we zijn blij met een rustig en verzorgd hotel.
Als we bij de indier tegenover ons willen eten, moet Jan na de eerste hap chappatti snel terug naar het hotel. Bart neemt het eten in een doggy bag voor Jan mee, maar het blijft onaangeraakt.
Ook Bart is nu aan de diarree. Hij hoeft niet over te geven, Jan wel. We brengen de dag dus samen in bed door.
's Avonds haalt Bart kale penne pasta bij een chique italiaans restaurant, wat adventeert met 'de groente wordt met bronwater gewassen'. Toch hebben ze er een scheutje olijfolie op gedaan, merken we in het hotel. Lekker, maar of het verstandig is ...?
We zijn beide weer een stuk opgeknapt. Bart meer dan Jan.
We bezoeken op de fiets een groot tempel terrein in de buurt en lunchen bij de indier. We hebben het gevoel dat het beter gaat. Maar als we 's avonds een pasta met room en mushrooms eten, laat Jan het meteen staan. Het ruikt niet goed en de room is zuur. Bart denkt meteen, problemen ontkennend zijn primaire reactie :-(), dat er zure room op de menukaart stond, dus dat het klopt dat het zuur is. Jan eet niets. Als we later op de kaart kijken staat er Fresh Cream en geen zure room ... Bart heeft geen last. Jan is gelukkig niet misselijk, maar wel flink aan de diarree.
Jan's gesteldheid is niet veranderd. Bart ontbijt alleen en gaat een vliegticket naar Yangon boeken. Het is 700 km over land en met weinig hotels en een paar stoffige stadjes onderweg, gaan we liever vliegen. We overwegen even de nachtbus 1e klas die er 9 uur over doet, maar vinden dat toch te veel. We zijn toch wat te slap na onze diarree.
We vliegen morgen om 11 uur en hoeven slechts een uur van te voren op het vliegveld te zijn.
Bart drinkt koffie met een bananen pancake, waar ook wifi is. Maar ook, net zoals in ons hotel, is het signaal te zwak. We kunnen nog net de e-mail ophalen van de afgelopen dagen. Verzenden lukt niet meer. Van het thuisfront geen bericht (= goed bericht).
Als Jan om 15.00 uur toch een beetje opgeknapt is, en we vermoeden dat zijn maag en darmen nu toch echt wel leeg zullen zijn, gaan we toch nog op tempeltocht. Met paard en wagen! Bart krijg je normaliter, in zo'n toeristen ding niet mee, maar ach ... Bart regelt de toer door Oud Bagan van 4 uur, inclusief zonsondergang bij een tempel.
Als we in het koetsje liggen (je zit niet maar ligt, achter de rug van de menner, op een matras met iets van rugleuning) heeft Jan beelden van vroeger, met zijn vader met paard en wagen het land op om de koeien te tellen. Het is een prachtige tour, zie de foto's.
In de avond beide een lichte fried rice. De maag en darmen kunnen tevreden zijn.
Heerlijk geslapen, geen nachtelijk ontwaken om naar de WC te gaan, het gaat weer goed!
Na het ontbijt via een binnenweg (zandpad) een prachtige route naar de hoofdweg die naar het vliegveld gaat. Aldaar alles OK. Direct inchecken en voor we er erg in hebben zijn we al op weg naar Yangon (1,5 uur).
Van elke stad die we in Birma binnenkwamen hebben we een verkeerde voorstelling. Zo ook van Yangon. Stoffiger en slaperiger bleek Mandalay, stadser en levendiger is Yangon. Het vinden van een beetje betaalbaar hotel valt niet mee. Maar lang leve de fiets, we willen het al opgeven maar OK nog één straatje dan, en jawel we vinden een mooie kamer op 7 hoog met uitzicht en balkon! midden in de Indische wijk. U$ 60 incl. ontbijt, de normale prijzen hier.
We hebben ook weer snel internet en kunnen dus dit reisverslag en foto's bijwerken. Maar met het internet komt ook een zorgelijk mailtje van Carl. Gaat het dat toch sneller bergaf met Carl en moeten we eerder terug (wat we natuurlijk graag doen). Als we een blokje om lopen blijken we ook nog eens om de hoek van het kantoor van Malaysia Airways te zitten. We hoeven dus niet eens veel te doen om het ticket om te zetten.
We eten (volgens Bart) de lekkerste lunch tot nu toe: chappati's met drie soorten vega curry. Leve de indische wijk! Terug in het hotel bellen we Ferdinand in Berlijn die jarig is. Fijn dat we weer goed internet hebben. Dan tegen het vallen van de avond (en de oproep van de moskee) komt er nog een mailtje van Carl. Hij heeft goed geslapen, veel minder bloed in de slijm, heeft vanavond weer filosofie, maakt plannen voor 8 februari om naar Leiden te gaan (438e verjaardag Universiteit) en schrijft dat we niet moeten panieken en door moeten gaan met lekker vakantie vieren. Dat zullen we dan maar doen :-).
We fietsen een heel eind de stad uit en drinken nog een luxe koffie. Cakejes hadden we al meegenomen uit de stad. Het is nu nog 20 km naar het busstation, dus nemen we een taxi. Leve de vouwfiets. Eén fiets in de achterbak, één op de achterbank.
We hebben snel een bus naar Bago, waar we een mooi nieuw hotel vinden. De lift bevindt zich in een kledingzaak ;-). We zitten vlakbij een super grote Pagode die hoog boven de stad uit torend. Tegen zonsondergang bezoeken we deze tempel. Er heerst een mooie serene sfeer. Op alle vier de windhoeken zien we een grote zittende Boeddha.
We hebben op een papiertje in het Birmees laten opschrijven waar we heen willen. Of Golden Rock, een tempel boven op een rots, waar iedere boeddhistische monnik in Myanmar geweest moet zijn of we gaan door naar Thaton, een stadje verder op.
We fietsen een klein stuk en als we met de bus verder willen, worden we geholpen door twee 'locals'. Zij houden een bus aan en we kunnen mee. Fietsen onderin. We onderhandelen kort over de prijs. We twijfelen of we naar Golden Rock willen. Zo'n toeristisch hoogte punt, 20 km van de hoofdweg af en dan nog 45 minuten om hoog klimmen en dan ... ? We hebben de hostess in de bus inmiddels beide briefjes met plaatsnamen laten zien. We begrijpen dat zij ook niet weet waar we heen willen omdat we het zelf nog niet weten. Maar dan ineens moeten we uitstappen en overstappen op een andere bus. Zeggen ze. We doen het. Het blijkt het locale busje om hoog naar het dorpje van de Golden Rock te zijn. De beslissing is voor ons gemaakt. Prima. Er is wel accomodatie, maar niet naar onze zin. We lunchen eerst en zien dat er vrachtauto's met voornamelijk lokale toeristen om hoog gaan. We lazen al dat die rit 45 minuten duurt. Bart twijfelt nog om met de toeristen stroom mee te gaan. Jan heeft het meteen al gezien. Nee dank. Bart is al snel accoord om terug te fietsen naar Kyakito aan de hoofdweg. Een prachtig rit, hadden we al in het busje gezien. En nu voornamelijk heuvelafwaarts.
We stoppen voor een middagdutje in een soort bushokje. Heerlijk.
Vlak voor het stadje fietsen we langs een resort. We gaan maar even kijken. Het ligt prachtig midden in de plantages. De kamer is een bungalow met grote houten veranda. Bart maakt voor het eten nog even een wandelingetje en komt langs een tempel waar wierook en kaarsjes voor hem (nou ja voor boeddha natuurlijk) worden aangestoken.
We proberen de was te laten doen, maar er wordt te slecht engels gesproken om duidelijk te maken dat ze de was kunnen komen halen. We geven het dus maar af en spreken af dat het morgenochtend klaar moet zijn.
We fietsen in het donker richting het dorp waar we etenstentjes vinden. Het is er zo donker dat we pas later begrijpen dat de restaurantjes en winkeltjes op dit stoffige onverharde plein rond een oude boom, het trein- en busstation is. We eten. Niet om over naar huis te schrijven.
Het ontbijt wordt op ons grote veranda geserveerd. Geweldig. En wat een rust (nadat we een bewaker hebben gevraagd zijn transistor radiootje waar hij mee rond loopt, uit te doen). Maar de was komt maar niet. We vragen herhaaldelijk en het antwoord is telkens over een paar minuten. Geef het dan maar nat mee. Wij willen vertrekken. De prijs is belachelijk duur. We besluiten zelf wat een redelijk bedrag voor de was is en vertrekken.
Bij de hoofdweg houden we een luxe Airco bus aan. Hij gaat naar wij naar toe willen: Mawlamyine, een havenstad aan de rivier die verbinding heeft met de zee. We zitten boven in de bus, dus het schommelt behoorlijk. Bart kan voorin zitten (tegen de misselijkheid, die nu hij voorin zit en op de weg kan kijken,erg meevalt). Jan heeft geen last en leest in het super spannende Millenium boek op de e-reader. Bart geniet van de prachtige tocht langs plantages, rijstvelden, opdoemende rotsen en heel veel tempels.
Na 3,5 uur bereiken we Mawlamyine en vinden we een hotel/resort aan de rivier. We nemen de goedkopere kamer met terrasje (45 dollar, de grotere kamers op de eerste rij aan de rivier, zijn 60 dollar wat we teveel vinden). We zien de zon in de rivier zakken.
We fietsen de stad uit en 23 km door het platteland. We passeren twee grote bruggen waar we over heen moeten lopen omdat de kieren tussen de ijzeren platen op het wegdek te breed zijn voor onze fietsbanden.
Na de lunch liften we met een familie mee. We staan in de achterbak en kijken over de stuurcabine heen. Dit is geweldig. Als twee koningen lachen en zwaaien we iedereen toe. Het is een lange lift. Anderhalf uur laten worden we uitgenodigd in het nieuwe huis van de familie. Volgende week trekken ze er in. Op een matje in de kamer drinken we een Red Bull, energiedrankje en dan bieden ze aan ons nog een stuk verder te brengen. We weten niet of ze toevallig ook zelf die kant op moeten of dat ze het speciaal voor ons doen. Als we een ijscokar passeren, trakteren we de hele familie op een ijsje.
We worden in Myawaddi, het laatste stadje voor de grens met Thailand, bij een guesthouse afgeleverd. We danken onze liftgevers hartelijk en zwaaien ze uit.
We kiezen in het guesthouse de hoekkamer waar net twee bedden in passen. Wel is er een hor voor de ramen. Prima dus. Douche en wc twee etages lager. Het is schoon. U$ 7, zo goedkoop hebben we in Birma nog niet gezeten. Er zijn behalve boeddistische en hindu tempels ook enkele moskeeën in dit stadje, dus ook weer roti! Geen chappati. We eten een fried rice maar dan met roti ipv rijst. Lekker. We hebben nog trek dus eten we nog een roti met suiker toe. Als we ergens een fruitsalade willen bestellen, wordt het fruit in zoete melk met aarbeien-ijs geserveerd. Wel lekker, maar hadden we dit wel moeten doen ...
In het guesthouse ontmoeten we twee jonge belgische filmmakers. Zij gaan een film maken over de hiphop cultuur bij de Karen bevolking. Wij geven ze onze Lonely Planet reisgids en ruilen onze laatste Kyat tegen dollars. Zij zijn er erg blij mee want de banken zijn vandaag dicht. Ze hebben alleen maar dollars meegenomen, omdat ze denken dat er nauwlijks ATM's zijn. We stellen ze gerust dat je inmiddels op heel veel plekken kunt pinnen in Myanmar.