Een beetje weemoedig fietsen we 23 km naar de grens Vietnam/Cambodja. Wat is Vietnam ons super bevallen. Prima fietsland, knettergek en druk Saigon, over het algemeen goed eten, goedkoop en luxe als we het willen en o zo vriendeljk volk.
De fietstocht gaat over een kleine weg. We fietsen eerst fout, omdat we een zijpad naar een pontje gemist hebben.
Het grensplaatsje Vinh Xuong is een gehucht, maar er is tot onze verrassing een Nhah Nighi (guesthouse). We hebben het niet nodig, maar als we het geweten hadden... Hoewel, de laatste avond dineren met gebraden eend aan de Mekong was gisteren ook heel fijn.
Deze grensovergang wordt voornamelijk gebruikt voor boten die via de Mekong naar Phnom Penh varen. We moeten ons dan ook eerst melden in een boothuis. Daar wisselen we ons laatste vietnamese geld voor dollars (naast de Cambodjaanse Riel, het tweede wettige betaalmiddel in Cambodja).
Omdat we nog geen visum hebben, volgen we het brommertje van de douanier naar het kantoor 1 km Cambodja in. Daar gaat alles soepel. We betalen 30 dollar en alles is geregeld. Geen smeergeld of medische indicaties die 1 dollar kosten e.d., zoals overal beschreven wordt. Een man probeert ons wel 'te helpen' maar dat aanbod slaan we beleefd af. We hoeven ook niet achter op een brommertje naar het kantoor omdat we onze eigen tweewieler hebben.
En dan fietsen we ineens in Cambodja. Wat als eerste opvalt: het roepen van Hello als we langs fietsen, wordt in tegenstelling tot in Vietnam hier vaak gevolgd door de toevoeging 'Sir'. Tweede wat opvalt als we doorfietsen: de mensen zijn hier een stuk armer.
We fietsen vandaag 75 km en geven elkaar een schouderklop.
De veerman in het dorp waar guesthouses zijn, vraagt ons veel te veel geld voor de overtocht over de Mekong, maar we betalen gewoon. De Cambodjaanse prijzen kennen we nog niet :-).
Aan de overkant worden we in het frans door een bejaarde heer (Cambodja was een franse kolonie) naar een nieuw guesthouse uitkijkend op de Mekong, verwezen. Er wordt nog gebouwd, maar enkele kamers zijn al in gebruik. Spartaans dat wel, maar schoon. Geen wifi, maar we krijgen op ons verzoek wel twee stoelen en zitten prachtig op het gemeenschappelijke balkon. Er zijn geen andere gasten.
In het dorp wordt Jan op slag verliefd op de simkaart verkoper. Zo vriendelijk en ook zo'n goede vakman. Hij spreekt redelijk engels en heeft er plezier in om Jan te helpen. We kopen voor 3 dollar p.p. een simkaart met telefoon èn dataverkeer. Dan kunnen we elkaar bellen indien nodig en internetten.
We eten een rijstmaaltijd in een restaurant, uitkijkend op de Mekong en de nieuwe brug. Het is smakeloos, maar het vult. We vullen onze maag verder op ons balkon met nootjes en een blikje bier.
Bart haalt op de markt brood en banaan en met de dompelaar koken we zelf water in de glazen die we gevraagd hebben.
Doordat we nu een cambodjaanse simkaart hebben, kunnen we op Googlemaps zien dat er een redelijke kans is dat we niet de highway hoeven te fietsen, maar over een weggetje langs de rivier kunnen rijden. Soms ziet het eruit als moeras. We gaan het maar proberen. We zien dat er pontjes gaan, mochten we niet verder kunnen.
Na een paar km versmalt de weg naar een onverhard zandpad langs de Mekong. Het is zwaar fietsen op dit pad vol gaten, maar wat is het mooi (voor ons toeristen tenminste; ook arm). Jan maakt al fietsend een filmpje.
Na 27 km (!) hobbelen, vinden we het wel genoeg en nemen we een pontje over de Mekong. Even later fietsen we op de Highway 1. Gelukkig is de weg niet al te druk. Eerst laten we onze fietsen die inmiddels onder een dikke laag stof en zand zitten, poetsen. Ook onze benen laten we afsproeien, want je kunt er op schrijven zoveel zand zit er op.
We eten een soepje waarbij we het vlees laten liggen en kijken uit naar een bus, taxi of lift. Maar dat doen we al fietsend. Als we 10 km verder zijn, is het nog maar 18 km naar Phnom Penh. Dat fietsen we dan ook maar. De laatste 4 km is de weg opgebroken en zitten we en onze fietsen weer onder het stof. Maar gelukkig niet zo erg als hiervoor.
Het is kicken om Phom Penh binnen te fietsen. In Central North bij de rivier vinden we een nieuw hotel met zwembad op het dak. We zijn meteen verkocht. Het is in een drukke toeristenwijk en de kamers zijn groot, schoon en heel modern. Het hotel is 3 weken open. We duiken het grote zwembad in en lezen wat op de ligbedden. Daarna vallen we beide even in slaap. We vergapen ons aan het uitzicht en de architectuur van het hotel met het restaurant en gym op de 12e verdieping.
's Avonds eten we heerlijk eend (zo lekker nog niet gegeten) en gaan om 11.00 uur slapen. Helaas komt er wel wat muziek uit de toeristenkroegen onze kamer binnen. We doen de oordoppen in en vallen snel in slaap.
Wat een super ontbijt in dit hotel. Met croissants, pain au chocola, scrambled egg, fruit etc. We wandelen naar de Central Market, waar Bart een nieuwe broek koopt. De oude gaat in de prullenmand. We duiken nog even zwembad in en lezen nog wat op de ligbedden. Er komt een mailtje binnen van Emmy. Jan's moeder is vorige nacht gevallen. De toedracht is onduidelijk. Ma loopt zelf naar bijv. de eetzaal als ze niet wil wachten op de verzorging. Gelijk heeft ze, denken we. Maar eigenlijk moet ze begeleid worden bij het lopen. De arts is langs geweest omdat ze een hoofdwond heeft en warrig is. Gelukkig niets gebroken of ergs.
Om 12.00 checken we uit. We gaan 2 km verder op in een iets minder hectische wijk iets zoeken.
Al snel vinden een heel mooi boutique hotel La Safran la Suite met groot balkon op de eerste verdieping uitkijkend op het zwembad, een Wat (tempel) en het onafhankelijkheids monument. We zitten in een klein zijstraatje zonder kroegen. Heel rustig dus.
We verkennen de wijk op de fiets, lunchen, doen een middagdutje op de ligstoelen bij het zwembad, eten 's avonds bij de Indier en bestellen nog een fruitsalade in ons hotel. Jan zet het filmpje en foto's op de site en Bart schrijft dit verslag.
Na het prima ontbijt, fietsen we richting de russische markt. Onderweg laat Bart zijn fietslamp repareren en koopt Jan een nieuwe 2e hands telefoon. Hij ruilt zijn Note 2 in voor een 2e hands Note 3 (met bijbetaling van 140 dollar).
De rusissche markt hebben we snel gezien. Veel toeristen spul. Maar er naar toe en terug fietsen is heel fijn. We drinken koffie, lunchen met een kippensoepje, drinken ergens anders nog een bananen milkshake en plonzen dan het zwembad. Tijd voor een siësta. Het lijkt wel vakantie :-).
Morgen blijven we hier ook!
We vertrekken toch. De kamer waar we nu 2 dagen zitten, is niet meer vrij en we willen ook wel weer op pad.
We nemen de bus, want de weg is te druk. We hebben geluk want als we rustig naar het busstation rijden, na eerst nog cappuccino/americano gedronken te hebben, kunnen we meteen weg. De bus stopt twee keer voor wat eten en 3,5 uur later zijn we in Kampung Chang.
We vinden een hotel, schuin tegenover een heel groot en sjiek hotel. We geven toch de voorkeur aan dit simpele familiehotel. Wat een lieverds werken hier. Bart sjanst met de jonge eigenaar (?) en regelt een mooie, sobere kamer om de bovenste (4e) verdieping, met deur naar het gezamenlijke balkon. We eten simpel, niet al te lekker, langs de highway. We halen daarom na het eten nog fruit op de markt (lychees, druiven, appel, sinaasappel, mango, banaan) waar Jan weer een grote en heerlijke fruitsalade van maakt.
Na ons zelf georganiseerde ontbijt, nemen we weer de bus. Nog steeds is er alleen de highway 5 die we kunnen nemen. 90 km, dat moet toch in twee uur te doen zijn, denken we naïef. Inclusief een korte etensstop doen we er bijna 4 uur over. Maar de fietsen liggen goed en veilig onder in de bus en de bus zelf heeft airco. Prima dus.
In Battambang, wat volgens de gids een mooi stadje is waar toeristen graag komen, kiezen we een resort met zwembad voor 50 euro per nacht. Het is cosy, maar ook druk, dus we merken als snel dat voor ons 1 dag hier voldoende is. Als ook blijkt dat de douche kapot is, de fan het half doet en het doucheputje half verstopt zit, is het helemaal niet erg om morgen weer verder te trekken.
Battambang is inderdaad een leuk stadje. We eten eerst ’s middags op de markt een soepje en gaan ’s avonds bij de Indiër eten, een welkome afwisseling van de rijst en het niet al te smakelijke Cambodjaanse eten. Verder verkennen we het stadje en kijken we voor Bart naar een andere telefoon, zodat hij zijn oude in kan leveren. We besluiten in Thailand verder te kijken.
Na een fijn ontbijt met vers stokbrood wat Bart weer haalde en de fruitsalade die we bij aankomst gisteren van het resort kregen, pakken we in en gaan we op zoek naar een bus. Die blijkt niet te gaan (of alleen vroeg in de morgen, maar wij zijn pas om 9.00 uur op pad). Wat overblijft is een taxi. Na wat prijsonderhandelingen wordt afgesproken dat we onderweg ook nog 1 iemand oppikken, waarbij we bedingen dat we niet gaan wachten tot er zich iemand meldt. De chauffeur spreekt geen engels, maar er is iemand die het kan vertalen. We gokken het maar. De afgesproken 20 dollar betalen we pas achteraf. We rijden eerst 5 km om (zoiets hadden ze al gezegd) maar dan wacht hij toch ergens. We willen dat niet en hij gaat meteen verder en even verder op stopt hij om 2 jongens op te pikken. Ze hebben echter heel veel bagage (o.a. een tegelsnijder), maar veel kan boven op de personenauto (zonder imperiaal) gebonden worden. En zo zoeven we heel snel naar Pailin. Daar vinden we helaas niet een fijn hotel en het stadje is ook niets bijzonders, dus fietsen we nog 15 km verder naar de grens. Daar zijn in ieder geval Casino hotels en vast ook wel guesthouses.
Pal op de grens staan inderdaad veel Casino’s met hotel. Maar die zijn vooral voor gokkers. We zoeken dus maar naar guesthouses. Na twee smerige, zien we een nieuw gebouwtje even van de weg af. Het blijkt inderdaad een nieuw guesthouse te zijn dat net 3 weken open is. Er wordt nog druk gebouwd, maar we vallen meteen voor het enthousiasme van deze familie. Eerst wordt vader gebeld en die komt 10 minuten later op zijn brommertje aan scheuren. Hij spreekt geen engels, maar we kunnen elkaar verstaan. We krijgen een prachtige simpele kamer met uitzicht op de heuvels.
We fietsen ’s avonds 1 km terug naar de grens. We eten simpel, maar wel met een Thaise touch met een pittige papaja salade. Jans lievelings eten. Hij smult en glundert. Voor Bart is het (nog?) te heet.
Met onze laatste Cambodjaanse Riel kopen we nog twee stokbroodjes en een flesje water voor morgenochtend. We zijn nu blut. Nou ja, nog een briefje van 50 dollar in de portemonnee.
We verheugen ons op morgen: Thailand!