We hebben een geweldige lift de bergen in, 15 km naar de grens. De drie vietnamese ambtenaren (?) gaan ook Laos in. Niemand spreekt engels. Ze wijzen bij de grens bij welk loketje we moeten zijn, wat het volgende loketje is en rijden ons 3 km door niemandsland naar de grens van Laos. Daar krijgen we verrassend gemakkelijk een visum. Nou ja krijgen. We betalen 35 dollar p.p. + nog 2 euro voor een temperatuur meting (die niet wordt gedaan) en nog eens 2 euro voor ?. Maar binnen 15 minuten en wat hangen door wat loketjes hebben we de 5 stempels op het visum.
Dan rijden de Vietnamesen ons naar het volgende dorpje. We hadden gezegd dat we daar er uit wilden, maar eigenlijk wilden we nog verder mee. Maar ok, een prachtig stoffig dorpje met wat winkeltjes. We betalen de vietnamesen met ons laatste vietnamese geld voor de geweldige rit. Gisteren hadden we al Laosiaanse Kip-geld gewisseld met toeristen die Vietnam in kwamen, dus konden we meteen blikjes Nescafe koffie kopen. Koude koffie drankjes wat een prima alternatief is voor de koffie hier.
We zijn blij dat we te vroeg uitgestapt zijn, want het is een prachtige rit door de bergen. Soms moeten we lopen omdat het te stijl is, maar de weg is mooi glad.
Na 50 km fietsen komen we in Kon Chau aan. Een dorpje van waaruit we morgen de boot kunnen
hebben. Het hotelletje is weer basaal en kost nog geen 5 euro. Maar redelijk schoon!
Groepsproces bij de boot. De boot zou volgens ons hotel om 8.00 uur gaan, volgens anderen om 9.30 uur. Wij zijn er om 8.00 uur en zijn de eersten. Om 9.30 uur zijn er 19 toeristen. Enkele toeristen willen niet met een volle boot en eisen twee boten. Er is ooit een toeristenboot gezonken, is het verhaal. Een duitser werpt zich op om te bemiddelen. Hij regelt een boot voor 10 mensen maar dan moet er nog wel bijbetaald worden. Wij vinden dat prima. Anderen willen niet bijbetalen. Uiteindelijk blijkt dat de ouderen 8 euro bijbetalen (de boottocht kost nu 20 euro p.p.) zodat we kunnen vertrekken. De anderen (waaronder vooral de mensen die niet met een volle boot wilden), kunnen dan voor dezelfde prijs toch varen. Wij betalen voor de jonkies (30+) :-). Als we na twee uur een plaspauze bij een dorpje houden, blijkt de jonkies boot vol met lokals te zitten, dus waar hadden we het over ...
Het is een prachtige tocht over de rivier. Heel mooi om al dat groen te zien. Zo nu en dan passeren we dorpjes, dan weer zien we rotsen, dan weer bananenbomen en bos.
Wientje (Barts moeder) zou vandaag jarig zijn als ze nog leefde. We denken aan haar in de verstilde momenten, die de lange bootreis te midden van de oveerweldigende natuur, in zich draagt. De tocht is wel erg koud. Met de regenjas tegen het opspattend water en tegen de kou zitten we ingedoken te genieten. Jan staat veel in het middenstuk waar hij een prachtig zicht heeft.
In Nong Kiauw zijn veel toeristen. En een indiaas restaurant! We eten er samen met een fietster uit Den Bosch. Gezellig.
Het is kerst, maar hier merken we er niets van.
We bellen met Jans moeder waar ook broers en zussen op bezoek zijn. Klinkt allemaal feestelijk en blij daar.
Ook bellen we met Carl (Barts vader). Daar is Barts broer Jaap Willem met dochters op bezoek. Hij vertelt dat het goed met Carl gaat. Hij heeft minder last met eten nu hij een extra 'ballon' bij zijn keelgat heeft. Erg fijn om te horen. We hebben het gevoel dat het onze reis ook weer verlengd. We komen graag voor hem terug, maar als het niet hoeft ...
We vertrekken laat uit Nong Kiauw. We fietsen de eerste 30 km mooi langs de rivier, heuveltje op en af. Onderweg komen we een paar guesthouses tegen, maar dat ziet er niet echt aantrekkelijk uit. We fietsen door. We weten dat we de kans lopen dat er een lange tijd geen guesthouses zijn, maar we zien wel. We komen twee amerikaanse fietsers tegen, aan wie we ons vietnamees telefoonkaartje geven. We krijgen hun thais telefoonkaartje. Ze vertellen ons dat we nog 4 guesthouses tegen komen. Maar als we die ook te stoffig vinden gaan we toch door. We liften weer, maar wat is die weg stil! Uiteindelijk toch een lift achter in een vrachtautootje. We stuiteren heen en weer en het wordt koud.
En hoe ver is het eigenlijk naar Somsanouk, waar we een guesthouse hopen te vinden. Na anderhalf uur, tegen donker arriveren we. We zien een groot bord met Resort en Olifant rijden enzo, langs de weg staan. Nog 2,5 km een stoffig weggetje in. Maar i.p.v. 80 dollar (w.s. nog wel meer), horen we dat er ook vlakbij nog een klein guesthouse is. We zijn blij met dit simpele onderkomen. Er blijken ook twee belgische fietsers beland te zijn. Na een snelle (koude) douche fietsen we nog 2 km terug naar de hoofdweg en vinden toch nog een restaurantje dat open is. We eten voor het eerst weer kleefrijst. En deze is super lekker! Op eerdere reizen smaakte het niet, dus namen we het niet meer. Stom! Met wat mixed vegatables en beef een prima maaltijd.
We fietsen langs het resort wat we gisteren links hebben laten liggen. We informeren even. Ligt mooi in de natuur, is stijfjes maar is volgeboekt. We vinden het niet erg en fietsen vrolijk over het zandpad 7 km verder. Wat is het hier prachtig. We naderen de Mekhong rivier. Soms is het erg stijl, dus lopen we regelmatig met de fiets omhoog. Dan komen we bij de toeristische attractie: Caves. Grotten aan de overkant van de Mekhong met vele boedha beelden. Er komen vele boten met toeristen uit Luang Prabang om de grotten te bezoeken. Bart regelt dat we met een toeristen boot mee terug kunnen varen. Hij onderhandelt over de prijs. Het wordt een hele mooie tocht van 2 uur. De fietsen staan trots opgevouwen achter de schipper.
Luang Prabang is een grote stad met veel toeristen. Met alle bijbehorende voorzieningen. Het is extra druk vanwege de kerstvakanties. Ook hier is van kerst niets te merken. Alleen sjieke hotels hebben een kerstboom in de lobby. Onderweg hebben we een fietsende duitser ontmoet die al 15 maanden onderweg is. Hij tipte ons een mooie guesthouse, waar we meteen naar toe fietsen. Prima simpele plek met wifi. Via skype zingen we door de telefoon Jaap Willem een fijne verjaardag toe.
We fietsen wat rond in het stadje. Kopen een nieuwe fietsbel en als we geld opgenomen hebben, blijkt Bart vergeten de Visacard uit het apparaat te nemen. Daar komt hij na 3 uur achter. We bellen de bank. Het apparaat heeft de kaart na 30 seconden 'ingeslikt'. Na wat telefoontjes blijkt dat we de kaart pas dinsdag kunnen ophalen bij de bank. Het weekend is al begonnen en maandag zijn ze dicht. We bellen met Visa om de kaart tijdelijk te blokkeren. Gelukkig hebben we Jan zijn Visa kaart nog. Stom!
's Avonds wordt Jan rillerig. Bart haalt eten, maar het smaakt hem niet. Even later kotst hij gelukkig alles er uit. Dat lucht op. Waarschijnlijk is de lunch met ei vanmiddag niet goed geweest. Of was het de overdaad van de grote stad? Croissantje bij het ontbijt, pain au chocola bij de capuchinno etc. Koud en aangeslagen ligt hij om 19.30 uur in bed. Bart stopt hem in en schrijft dit verslag.
Jan is weer een stuk opgeknapt. Nog wel slapjes. Om 6.30 uur haalt Bart brood bij de bakker vlakbij. Guesthouse Mixai waar we zitten, bevalt goed. Simpel, schoon en heel rustig. We maken nog een fietstochtje door de stad, drinken een blikje Nescafe koffie met verse bananentaart in een parkje. Jan luncht licht met een fruitsalade om zijn maag nog wat rust te geven. In de middag vinden we een zwembad-bar waar we op (niet al te comfortabele) stoelen lekker lezen. Een appelpannenkoek, een duik in het water, een flesje mineraal water. Het lijkt wel vakantie.
Na wat rond fietsen vinden we 's avonds een indiër met lekkere Naan. Jans maag kan het aan.
Het ontbijt mislukt. Brood bij de bakker was op en Bart komt met zoet vies brood thuis. Dus maar snel aan de koffie. In een deftige tent bij een 80 dollar hotel. De cappuchino van Jan is duur en lauw, maar het brengt ons niet uit balans. De chocoladetaart is lekker.
We laten onze fietsen voor een euro schoon en droog spuiten. Ze worden zelfs met een sopje gedaan! "Thuis" zet Jan de ketting van zijn fiets in het vet. Barts ketting is nog goed. Gek.
We halen een fried rice lunch en zoeken een hotel met zwembad. Daar wordt naast getimmerd en gezaagd. Dus maar naar Utopia, waar je yoga kunt doen en kunt relaxen op kussens met uitzicht op de rivier. Bart vindt het er te druk. Dus naar de overkant van de rivier waar een groot hotel staat met ligbedden aan de oever van de rivier. Het ziet er aantrekkelijk uit. We bestellen een mangoshake (meelderig, wat is er vandaag met het eten?) en liggen heerlijk als enige gasten in een prachtige tuin met bloemen en palmbomen en een fantastisch uitzicht. Zijn andere toeristen niet zo brutaal om bij een sjiek hotel te vragen of je er mag verblijven? We genieten van het comfort en de rust.
Bij het eten weer ons wekelijks malariapilletje.
We twijfelen of we de boot zullen nemen die er 9 uur over doet naar Pak Bien (bij de thaise grens). Wel een mooie tocht over de Mekhong w.s. maar ook wel erg lang. We kunnen ook gaan fietsen, maar die weg schijnt niet al te best te zijn. En zijn er guesthouses onderweg? Via google proberen we informatie te krijgen. Wat doen we? Kiezen we voor het avontuur en stappen we weer op de fiets of toch maar met de toeristenboot mee? We besluiten voor het onzekere te gaan.
We doen 's morgens nog rustig aan. Aan het eind van de ochtend verlaten we de stad over een mooie oude houten brommer/fiets brug. De weg is vrij druk dus liften we in een keer 80 km. In een stoffig dorp met een kruispunt, zien we dat er guesthouses zijn. Niet veel soeps lijkt het. De weg onze kant op is erg stil. Bij een winkeltje drinken we wat, terwijl we op een lift wachten. Lekker idee dat er guesthouses zijn, dus we hoeven niet weg. Na een halfuur op de stoep van het winkeltje tevergeefs wachten, vinden we het wel welletjes. Morgen verder. We kiezen het beste guesthouse en eten op een donkere plek bij een zeer gastvrije 'moeke' een simpele maaltijd.
De weg is nog steeds stil, maar nu willen we eerst een stuk fietsen, dus dat komt nu goed uit. Als we op een gegeven moment toch een lift krijgen, zitten we op de achterbank van een goed verende auto. Dat is ook wel nodig want wat zitten er ontzettend veel gaten in deze weg. Je hobbelt van het ene gat naar het andere. Geen wonder dat de bussen (die naar China gaan) heel langzaam rijden. Bij een marktje middle in nowhere stopt de liftgever en biedt ons van allerlei vreemd eten aan. Knollen die bitter smaken en ander ondefinieerbaars. We houden het toch maar bij een banaantje. Zij kopen een zak vol oesters. Er liggen ook heerlijke ratten netjes op een rijtje op de markt. Hoe bak je die, vragen we ons af.
In een klein dorp vinden we een guesthouse met wat restaurantjes. Hier maar ons oud en nieuw vieren dus. Om half vijf zijn pubers aan het dansen op moderne dreun muziek naast het guesthouse. We gokken dat het niet te lang duurt. Maar mis gegokt. Tot half 2 's nachts dreunt het onder ons hotelkamer raam. Maar de sfeer is heel blij en vrolijk, dus wij leggen ons er met een kleine glimlach bij neer. We eten in een tent waar de voorbereidingen getroffen worden voor een karaoke avond. Om 23.00 uur maken we maar een wandelingetje door het pikdonkere dorp. De jeugd rijdt met brommertjes heen en weer, voor de rest zit iedereen in plukjes bij elkaar. Geen vuurwerk o.i.d. gelukkig. Op onze hotelkamer met een biertje toosten we op het nieuwe jaar en op elkaar.
Om 6.00 uur schallen muziek en staatsmededelingen via de speakers door de straten van het Laotiaanse dorp. De jeugd was keurig om 1.30 gestopt, maar nu worden we wel heel vroeg gewekt. Dus maar op zoek naar een ontbijt. In het dorp is geen banaan en brood te krijgen. Wel mandarijnen en sjiek verpakte appels op de markt. Kan ook. En onderweg vroeg aan de koude koffie met voorverpakte bananencake.
De weg is weer prachtig met nu goed asfalt. We fietsen 60 km naar Pak Bien. Hier komen de toeristenboten uit Luang Prabang en vanuit de andere kant (thaise grens) aan. Om 17.00 uur is er een invasie van toeristen en 's morgens om 8.00 uur is het weer leeg. Wij arriveren om 16.00 uur en hebben dus alle tijd om een hotelkamer met uitzicht op de Mekhong te kiezen.